Gelet op artikel 3, eerste lid, van Ondermandaat, -volmacht en
-machtigingsbesluit SG Defensie 2005;
Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. bewindspersoon:
de Minister van Defensie, onderscheidenlijk de Staatssecretaris van Defensie;
b. mandaat:
de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon besluiten te nemen;
c. volmacht:
de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon privaatrechtelijke
rechtshandelingen te verrichten;
d. machtiging:
de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon handelingen te verrichten die
noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
Artikel 2 Ondermandaat, - volmacht en -machtiging
1. Aan de plaatsvervangend hoofddirecteur en de adjunct hoofddirecteur wordt
mandaat, volmacht en machtiging verleend met betrekking tot de aangelegenheden
die ingevolge artikel 2 van het Subtaakbesluit HDP 2005 tot hun werkterrein
behoren.
2. Aan de directeur personeelsbeleid, dan wel (bij diens afwezigheid) zijn
waarnemer, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend met betrekking tot de
aangelegenheden die ingevolge artikel 3 van het Subtaakbesluit HDP 2005 tot zijn
werkterrein behoren.
3. Aan de directeur personeelsmanagement, dan wel (bij diens afwezigheid)
zijn waarnemer, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend met betrekking
tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 4 van het Subtaakbesluit HDP 2005
tot zijn werkterrein behoren.
4. Aan de directeur militaire gezondheidszorg, dan wel (bij diens
afwezigheid) zijn waarnemer, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend met
betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 5 van het Subtaakbesluit
HDP 2005 tot zijn werkterrein behoren.
5. Aan het hoofd van de stafafdeling regie en control , dan wel (bij diens
afwezigheid) zijn waarnemer, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend met
betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 6 van het Subtaakbesluit
HDP 2005 tot zijn werkterrein behoren.
6. De verlening van bevoegdheden, bedoeld in lid 1 tot en met 5 is niet van
toepassing op:
- de bevoegdheid tot het beslissen op een bezwaarschrift indien het besluit
waartegen het bezwaar zich richt door de hoofddirecteur personeel of een door
hem gemandateerde functionaris is genomen;
- stukken, bestemd voor de Nationale ombudsman;
- voordrachten voor onderscheidingen;
- de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen inzake onderwerpen met een
mogelijk politiek gevoelig karakter dan wel van principieel financieel /
beleidsmatige aard;