Onderwerp: Bezoek-historie

Verhoging van de uitkering (SB1418)
Geldigheid:28-11-2024 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Inleiding

Deze beleidsregel gaat over de ingangsdatum van een verhoging van de uitkering. Een verhoging vindt plaats vanwege een wijziging van omstandigheden of vanwege het terugkomen op een eerder genomen besluit dat rechtens onaantastbaar is. De beleidsregel geldt voor de AOW, de Anw, de AKW, de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW (OBR) en de Remigratiewet.  

Dit beleid geldt niet voor de AIO-aanvulling. Daarover staat het beleid in SB1309 (wijziging van omstandigheden) en SB1310 (terugkomen van een rechtens onaantastbaar besluit). Dit beleid geldt ook niet als betrokkene verzoekt terug te komen van de beëindiging van de uitkering wegens het niet of niet correct voldoen aan een verzoek van de SVB. Dan geldt het beleid in SB1100.

Wijziging van omstandigheden

De gevolgen van een wijziging van de omstandigheden volgen voor de AOW, de Anw, de OBR en de Remigratiewet uit de wet- en regelgeving. Voor de AOW heeft de SVB aanvullend beleid over de inkoop van niet verzekerde tijdvakken. De AKW kent geen wettelijke bepaling voor de ingangsdatum van herziening van de kinderbijslag wegens wijziging van omstandigheden. De SVB heeft daarom beleid geformuleerd over het herzien van de kinderbijslag.

AOW

Een verhoging als gevolg van wijziging van de omstandigheden gaat in op de eerste dag van de maand waarin de wijziging heeft plaatsgevonden. Artikel 16 lid 2 AOW over de ingangsdatum van het ouderdomspensioen is van overeenkomstige toepassing en beperkt de terugwerkende kracht. Daarvoor heeft de SVB beleid in SB1403. Voor de inkoop van niet verzekerde tijdvakken heeft de SVB het volgende aanvullende beleid.

Beleid
De SVB wijkt af van het beleid in SB1403 bij inkoop van niet verzekerde tijdvakken door de pensioengerechtigde of de echtgenoot. De SVB herziet het ouderdomspensioen op het moment dat de verschuldigde premie voor de vrijwillige verzekering volledig is voldaan. De SVB herziet het ouderdomspensioen ook bij het einde van de bevoegdheid tot deelname aan de vrijwillige verzekering. In beide gevallen verhoogt de SVB het ouderdomspensioen met terugwerkende kracht tot de eerste dag van de maand waarin de aanvraag om inkoop is gedaan.

AKW

Een wijziging van omstandigheden kan leiden tot recht op een hogere kinderbijslag. De AKW kent geen bepaling voor herziening van de kinderbijslag in dat geval.

 

Beleid

De SVB verhoogt de kinderbijslag met ingang van de eerste dag van het kalenderkwartaal waarop de gewijzigde omstandigheden van kracht zijn. De SVB past hierbij artikel 14 lid 5 AKW toe.

Terugkomen op een rechtens onaantastbaar besluit bij AOW, AKW, Anw, OBR en Remigratiewet

Soms is er geen sprake van een wijziging van omstandigheden, maar is de betrokkene het niet eens met een eerder besluit dat inmiddels rechtens onaantastbaar is. Betrokkene kan de SVB dan verzoeken om terug te komen van dit besluit. Hierop is artikel 4:6 van de Awb van toepassing. Een andere situatie is dat een eerder genomen besluit niet meer juist is omdat de SVB haar beleid heeft gewijzigd. Ook dan kan betrokkene de SVB verzoeken om terug te komen op het eerdere besluit.

Nieuw gebleken feiten

Volgens artikel 4:6 lid 1 Awb moet betrokkene nieuw gebleken feiten stellen waaruit blijkt dat het eerdere besluit niet juist is. Dat zijn feiten of omstandigheden die vóór het eerdere besluit zijn voorgevallen, maar die niet vóór dat besluit konden worden aangevoerd. Nieuw gebleken feiten zijn ook bewijsstukken van al eerder gestelde feiten of omstandigheden, als deze bewijsstukken niet eerder konden worden overgelegd (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:CRVB:2024:115).

 

  • Beleid
  • Stelt betrokkene in zijn verzoek nieuw gebleken feiten waaruit blijkt dat het eerdere besluit niet juist is, dan herziet de SVB de uitkering met maximaal vijf jaar terugwerkende kracht. De SVB gunt een verdere terugwerkende kracht als betrokkene in afwachting was van de uitkomst van een juridische procedure tegen een besluit van een ander bestuursorgaan waarop het besluit van de SVB steunt. De SVB sluit daarmee aan bij ECLI:NL:CRVB:2009:BI1503 . Het recht over die verdere periode moet zonder onevenredige inspanning kunnen worden vastgesteld door de SVB.

Geen nieuw gebleken feiten

Betrokkene kan de SVB ook verzoeken om terug te komen van een besluit zonder nieuw gebleken feiten te stellen. Op grond van artikel 4:6 lid 2 Awb kan de SVB dat verzoek zonder nader onderzoek afwijzen onder verwijzing naar het rechtens onaantastbare besluit. De SVB past het onderstaande beleid toe.

 

Beleid

Bij de beoordeling van het herzieningsverzoek maakt de SVB onderscheid tussen de periode voor en de periode na ontvangst van het verzoek ( CRvB 24 december 2003, RSV 2004/90). Voor de periode vanaf de datum waarop de SVB het verzoek ontvangt, beoordeelt de SVB het verzoek op basis van hetgeen betrokkene aanvoert. Voor de periode die ligt voor de ontvangstdatum, wijst de SVB het verzoek zonder nader onderzoek af, tenzij dit evident onredelijk is (ECLI:NL:CRVB:2016:4872). Hiervan is sprake als de SVB op basis van wat betrokkene in zijn verzoek aanvoert concludeert dat het besluit onmiskenbaar onjuist is.

Bij herziening van een onmiskenbaar onjuist besluit hanteert de SVB standaard een terug werkende kracht van maximaal één jaar. De terugwerkende kracht is maximaal vijf jaar als het besluit onmiskenbaar onjuist is als gevolg van een fout van de SVB of als sprake is van een bijzonder geval. De SVB neemt een bijzonder geval aan als het onjuiste besluit veroorzaakt is een door een fout van een derde. Een fout die te wijten is aan onjuiste informatie afkomstig van betrokkene of nalatigheid van betrokkene zelf, merkt de SVB aan als een fout van betrokkene.

De SVB kan ook ambtshalve terugkomen van een rechtens onaantastbaar besluit als zij vaststelt dat het besluit onmiskenbaar onjuist is. In dat geval past de SVB het beleid uit deze paragraaf toe en rekent terug vanaf het moment dat zij heeft geconstateerd dat het besluit onjuist is.

Na het overlijden van een betrokkene komt de SVB niet meer terug op een rechtens onaantastbaar besluit. Een recht op uitkering is niet overdraagbaar en betrokkene zelf heeft berust in het eerdere besluit over zijn uitkering.

Beleidswijziging

Soms is er geen sprake van nieuw gebleken feiten of een onmiskenbaar onjuist besluit, maar is er sprake van een beleidswijziging nadat een besluit rechtens onaantastbaar is geworden. Betrokkene kan de SVB verzoeken om het nieuwe beleid met terugwerkende kracht toe te passen.

 

Beleid
Bij een wijziging van beleid beslist de SVB per categorie van gevallen of zij reeds vastgestelde uitkeringen herziet en zo ja, met welke terugwerkende kracht. Daarbij hanteert de SVB in het algemeen de volgende uitgangspunten.

Op besluiten die nog niet rechtens onaantastbaar zijn past de SVB het nieuwe beleid toe. De SVB neemt aan dat van een rechtens onaantastbaar besluit sprake is als hiertegen op de ingangsdatum van het nieuwe beleid geen rechtsmiddelen meer openstaan.

Als het nieuwe beleid is gebaseerd op een rechterlijke uitspraak zal de SVB de beleidswijziging in het algemeen laten ingaan op de datum van die uitspraak (CRvB 24 september 1987, AB 1988/149, CRvB 15 januari 1992, RSV 1992/315 en CRvB 29 april 1993, RSV 1994/9). Andere beleidswijzigingen zullen in het algemeen ingaan op de datum waarop de SVB tot beleidswijziging beslist of op een andere, apart vastgestelde datum.
 

Een betrokkene moet zelf een verzoek indienen voor herziening van de vastgestelde uitkering. Een herziening werkt nooit verder terug dan de ingangsdatum van het nieuwe beleid. Voor de mate van terugwerkende kracht zoekt de SVB voor de AOW, de AKW, de Anw, de OBR en de Remigratiewet aansluiting bij het beleid in SB1403 dat voor de AOW en Anw geldt. De SVB houdt rekening met verschoonbare onbekendheid met het recht. Als een persoon van de SVB geen bericht over de beleidswijziging heeft ontvangen is de onbekendheid met zijn recht verschoonbaar. De SVB hanteert in dat geval een terugwerkende kracht van maximaal vijf jaar te rekenen vanaf het moment van het verzoek om herziening. Als de persoon binnen een jaar na een bericht van de SVB over de beleidswijziging een verzoek tot herziening indient, zal de SVB het besluit herzien met een terugwerkende kracht tot de ingangsdatum van het nieuwe beleid. Ontvangt de SVB het verzoek een jaar na dit bericht, dan hanteert de SVB een terugwerkende kracht van één jaar, tenzij er sprake is van een bijzonder geval als bedoeld in SB1403 .

Betrof het eerdere rechtens onaantastbare besluit een weigering of intrekking van de uitkering, dan wordt het verzoek om herziening van dat besluit vanwege de beleidswijziging behandeld als een nieuwe aanvraag. De SVB past in dat geval het beleid in SB1403 over de Ingangsdatum van de uitkering toe.

Naar boven