Onderwerp: Bezoek-historie

Gezinsleden die in een andere lidstaat wonen (SB2269)
Geldigheid:15-01-2015 t/m 06-09-2016Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

In artikel 67 van Verordening (EG) nr. 883/2004 is bepaald dat een persoon recht heeft op gezinsuitkering voor gezinsleden die in een andere lidstaat wonen, alsof zij in de voor de kinderbijslag bevoegde lidstaat wonen. Uit onder meer de arresten Hoever en Zachow, Humer en Slanina van het Hof van Justitie EU blijkt dat deze gezinsleden hierdoor zelfstandig aanspraak kunnen maken op gezinsuitkeringen in de bevoegde lidstaat. Naar aanleiding van deze jurisprudentie voert de SVB het volgende beleid.

Voor gezinsleden van een in Nederland verzekerde persoon die in een andere lidstaat wonen, hanteert de SVB uitsluitend voor het recht op gezinsbijslag de fictie dat zij in Nederland wonen en op die grond verzekerd zijn voor de AKW. Het aldus ontstane recht op gezinsbijslag is een zelfstandig recht zodat dit niet verloren gaat als de in Nederland verzekerde persoon niet voldoet aan de voorwaarden voor het recht op kinderbijslag, bijvoorbeeld omdat het kind uitwonend is en de in Nederland verzekerde persoon geen onderhoudsbijdrage levert. De SVB hanteert voor de toepassing van dit beleid de voorwaarde dat zowel de buiten Nederland wonende aanvrager als het kind waarvoor kinderbijslag wordt aangevraagd, gezinslid zijn van de in Nederland verzekerde persoon. Als gezinslid merkt de SVB in dit verband aan (i) de echtgenoot van de verzekerde, (ii) de persoon van wie de verzekerde uit de echt gescheiden is, (iii) de persoon met wie de in Nederland verzekerde een eigen kind heeft en (iv) de persoon met wie de in Nederland verzekerde een gezamenlijke huishouding voert. Voorts merkt de SVB als gezinslid aan, elk kind waarvoor de verzekerde recht op kinderbijslag zou kunnen doen gelden indien aan de in de AKW gestelde voorwaarden zou worden voldaan.

De SVB behandelt het recht op kinderbijslag van een gezinslid van een Nederlands verzekerde alsof dit recht op grond van ingezetenschap direct aan de Nederlandse wet is ontleend. Dit betekent onder meer dat toepassing wordt gegeven aan de voorschriften betreffende de betaling van kinderbijslag zoals neergelegd in artikel 18 AKW (zie SB1095 over kinderbijslagbetaling binnen een huishouden en SB1096 over kinderbijslagbetaling bij gescheiden huishoudens; echtscheiding en co-ouderschap). Indien door een verzekerde een aanvraag om kinderbijslag bij de SVB wordt ingediend en uit de aanvraag blijkt dat een gezinslid van de verzekerde bij voorrang recht heeft op betaling van kinderbijslag draagt de SVB er zorg voor dat het gezinslid een aanvraag om kinderbijslag indient.

Grondslag

De tekst van de beleidsregels Awb en de beleidsregels Overige onderwerpen is afgesloten naar de stand van de wetgeving en de jurisprudentie op 1 november 2014. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (het deel AOW, Anw, AKW, OBR, Remigratiewet, MKOB, Regeling niet-KOB-gerechtigden, TOG, TAS en TNS en het deel Internationaal) is niet aangepast.

artikel 67 Vo. 883/2004

Besluit beleidsregels SVB 2014

Wet- en regelgeving

  • Vo. 883/2004
Naar boven