Onderwerp: Bezoek-historie

Bijzonderheden voor de toepassing van de AOW (SB2154)
Geldigheid:25-08-2011 t/m 30-08-2012Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Bijlage VI, onderdeel R, onder 2 kent twee voorzieningen. De eerste voorziening is bestemd voor personen die niet voldoen aan de nationaliteits- en woonvoorwaarden voor de overgangsvoordelen zoals vervat in de artikelen 55 en 56 AOW en in de op artikel 57 AOW gebaseerde besluiten inzake gelijkstelling van wonen en van nationaliteit. Deze personen komen in aanmerking voor dergelijke voordelen, naar rato van de tijdvakken gedurende welke zij vóór 1957 in Nederland hebben gewoond of arbeid hebben verricht in Nederland in dienst van een in Nederland gevestigde werkgever. De tweede voorziening is bedoeld voor de gehuwde partner van een AOW-verzekerde. Deze partner heeft recht op zogenaamde ‘huwelijkse tijdvakken’ over periodes waarin de AOW-gerechtigde in Nederland verzekerd is geweest en over periodes gelegen vóór 1957 die uit hoofde van bijlage VI in aanmerking worden genomen. De regeling van huwelijkse tijdvakken is met ingang van 2 augustus 1989 omgezet in een mogelijkheid tot vrijwillige verzekering voor de huwelijkspartner van een AOW-verzekerde.

Volgens vaste rechtspraak van het HvJ EG kunnen tijdvakken gelegen voor 2 augustus 1989, die op grond van bijlage VI in aanmerking worden genomen voor de berekening van het AOW-pensioen, niet gelijkgesteld worden met eigenlijke, verplichte of vrijwillige verzekeringstijdvakken ingevolge de AOW. Aldus kunnen tijdvakken vervuld op grond van de bijlage na 1 januari 1957 niet meetellen als tijdvakken voor het verkrijgen van overgangsvoordelen zoals die zijn geregeld in de artikelen 55, 56 en 57 AOW en het Besluit inzake de gelijkstelling van wonen buiten het Rijk met wonen binnen het Rijk. Eveneens kunnen dergelijke tijdvakken niet meetellen voor de termijn van één jaar waarbinnen een verzoek om vrijwillige verzekering ingevolge artikel 45 van de AOW moet worden ingediend.

Het begrip ‘wonen’ zoals dat in bijlage VI wordt gehanteerd, wordt door de SVB op dezelfde wijze geïnterpreteerd als het woonbegrip zoals dat voorkomt in artikel 3 van de AOW. Zie hierover Deel I, Ingezeten/wonen, SB1022.

Blijkens de arresten van het HvJ EG in de zaken De Wit en Grahame en Hollanders moeten tijdvakken van arbeid buiten Nederland voor 1957, die binnen het totale stelsel van Nederlandse sociale zekerheid (inclusief bijzondere regelingen voor ambtenaren of militairen) werden gedekt, op grond van bijlage VI in het ouderdomspensioen worden gehonoreerd. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om tijdvakken waarin personen naar het buitenland zijn uitgezonden in publiekrechtelijke of privaatrechtelijke dienstbetrekking bij de Nederlandse overheid, of waarin zij als zeevarende hebben gevaren in dienst van een in Nederland gevestigde werkgever op een schip dat zijn thuishaven in Nederland had.

Tijdvakken die op grond van bijlage VI in aanmerking zouden kunnen worden genomen, mogen uit hoofde van bijlage VI onderdeel R, onder 2, h niet worden meegeteld voor de berekening van een AOW-pensioen als deze tijdvakken samenvallen met tijdvakken die in aanmerking kunnen worden genomen bij de berekening van pensioenrechten ingevolge de ouderdomspensioenregeling van een andere lidstaat, of met tijdvakken gedurende welke betrokkene ingevolge een dergelijke regeling een pensioen ontving. De SVB past deze regel niet toe ingeval de tijdvakken die op grond van bijlage VI in aanmerking kunnen worden genomen, samenvallen met tijdvakken van vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering vervuld krachtens de wetgeving van een andere lidstaat.

Bijlage VI gebruikt op diverse plaatsen de term ‘huwelijkspartner’. De SVB gaat ervan uit dat deze term uitsluitend ziet op personen die formeel zijn gehuwd en de in de Nederlandse wetgeving per 1 januari 1998 met hen gelijkgestelde geregistreerde partners. Er vindt geen gelijkstelling plaats van gehuwden met personen die een gezamenlijke huishouding voeren.

Grondslag

De tekst van de beleidsregels is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 1 juni 2011. De beleidsregels zijn nog niet aangepast aan de inwerkingtreding van de EG-Verordeningen 883/2004 en 987/2009 per 1 mei 2010.

bijlage VI, onderdeel R, onder 2, a tot en met e en h Vo. 1408/71

Besluit beleidsregels SVB 2011

Wet- en regelgeving

  • Vo. 1408/71
Naar boven