Beleidsregel
Op grond van artikel 16, eerste lid Verordening (EG) nr.
883/2004 kunnen twee of meer lidstaten in onderlinge overeenstemming in het belang van
bepaalde personen of groepen personen een overeenkomst afsluiten op grond waarvan - in
afwijking van de reguliere aanwijsregels - de wetgeving van een andere lidstaat wordt
aangewezen.
Een verzoek tot het sluiten van een overeenkomst op grond
van artikel 16 Verordening (EG) nr. 883/2004 moet op grond van artikel 18 Verordening (EG)
nr. 987/2009 worden ingediend bij het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de betrokkene
toepassing van de wetgeving wenst. Als dit de Nederlandse wetgeving is, dan moet het verzoek
worden ingediend bij de SVB Amstelveen.
In geval de betrokkene arbeid in
loondienst verricht, kan de werkgever via het internet bij de SVB een verzoek om toepassing
van artikel 16 Verordening (EG) nr. 883/2004 indienen. In overige gevallen moet de
betrokkene gebruik maken van een papieren aanvraagformulier.
Artikel 16
Verordening (EG) nr. 883/2004 stelt niet de voorwaarde dat de wetgeving van een lidstaat van
toepassing blijft, zoals dat wel het geval is bij detachering (zie SB2139 over detachering).
De SVB leidt uit het ontbreken van de voorwaarde dat de wetgeving van een lidstaat van
toepassing blijft af, dat een verzoek tot het sluiten van een overeenkomst betreffende de
toe te passen wetgeving niet mag worden geweigerd enkel vanwege het ontbreken van
voorafgaande verzekering in een lidstaat.
De SVB past artikel 16
Verordening (EG) nr. 883/2004 uitsluitend toe voor het sluiten van een overeenkomst in het
belang van individuele personen en toetst deze verzoeken aan de volgende criteria:
- Het betreft een tijdelijke situatie;
- De betrokkene houdt voldoende banden met Nederland of maakt aannemelijk dat hij
het voornemen heeft om na afloop van de periode waarvoor de overeenkomst geldt, terug te
keren naar Nederland of weer in Nederland te gaan werken; en
- Toepassing
van de reguliere aanwijsregels leidt tot een ongewenste onderbreking van de
verzekeringsopbouw of verzekeringsrechten van de betrokkene.
Voor zover eventuele belangen van de werkgever worden meegewogen, geeft
het belang van de betrokkene de doorslag.
Als het bevoegde orgaan van
een andere lidstaat de SVB vraagt om akkoord te gaan met het sluiten van een artikel
16-overeenkomst toetst de SVB eveneens aan de hiervoor genoemde criteria.
Een artikel 16-overeenkomst wordt in beginsel voor een periode van maximaal vijf
jaar afgesloten. Ingeval vooraf duidelijk is dat de uitzending naar een andere lidstaat
langer dan vijf jaren zal duren, sluit de SVB derhalve geen overeenkomst.
Artikel 16 Verordening (EG) nr. 883/2004 biedt de mogelijkheid een overeenkomst met
terugwerkende kracht te sluiten. De SVB maakt van deze mogelijkheid in ieder geval geen
gebruik als de artikel 16-overeenkomst wijziging zou brengen in een situatie waarin de
toepassing van titel II van Verordening (EG) nr. 883/2004 heeft geleid tot een correcte
afdracht van premies in de bevoegde lidstaat. Als in het tijdvak waarvoor om een artikel
16-overeenkomst wordt verzocht, geen correcte toepassing is gegeven aan de bepalingen van
titel II van Verordening (EG) nr. 883/2004 en premies zijn afgedragen in een niet-bevoegde
lidstaat, sluit de SVB evenmin een overeenkomst met terugwerkende kracht, indien het de
betrokkene voor wie de overeenkomst wordt gevraagd en zijn werkgever redelijkerwijs
duidelijk hadden kunnen zijn dat de toepassing van de wetgeving van de bevoegde lidstaat
achterwege is gebleven.
De SVB sluit voorts een artikel 16-overeenkomst
met terugwerkende indien sprake is van een situatie als beschreven in SB2139 over
detachering van een werknemer die is tewerkgesteld in een land dat als lidstaat tot de
Europese Unie toetreedt. In deze situatie is de terugwerkende kracht beperkt tot de datum
van toetreding van de betreffende lidstaat.
De SVB wijst een verzoek tot
het sluiten van een artikel 16-overeenkomst af in geval er een rechterlijke procedure over
de toe te passen wetgeving loopt.