Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
In Besluit nr. 181 wordt als één van de voorwaarden voor detachering van werknemers genoemd dat de uitzendende onderneming haar activiteiten gewoonlijk uitoefent op het grondgebied van de uitzendende lidstaat. Bij de bepaling of hiervan sprake is hanteert de SVB onder meer de door het HvJ EG in zijn arrest Fitzwilliam neergelegde criteria die zijn vervat in punt 3, onder b), van Besluit nr. 181. Hierbij leidt de SVB uit het arrest Van der Vecht van het HvJ EG af, dat voor zover bij de beoordeling de omzet van de onderneming in de afzonderlijke lidstaten wordt betrokken, het voor de vaststelling van de omvang van de bedrijfsactiviteiten niet van belang is wat de aard is van de werkzaamheden die in de respectieve lidstaten worden verricht.
Van detachering van een persoon die anders dan in loondienst werkt kan volgens punt 2 van Besluit nr. 181 uitsluitend sprake zijn, als deze persoon voorafgaand aan de uitzending gedurende een zekere periode werkzaamheden van een zekere omvang anders dan in loondienst in de lidstaat van vestiging heeft verricht. De betrokkene dient onder andere door overlegging van contracten die betrekking hebben op deze werkzaamheden, aan te tonen dat hij aan deze voorwaarde voldoet. De SVB gaat er op de voet van punt 2 van Besluit nr. 181 van uit dat de belanghebbende gedurende de periode van detachering alleen aan de voorwaarden voor detachering blijft voldoen zolang hij in het land waarin hij is gevestigd de infrastructurele voorzieningen die hem in staat stellen aldaar werkzaamheden te verrichten, in stand houdt, en in dit land aan zijn administratieve en fiscale verplichtingen voldoet. De belanghebbende dient op verzoek van de SVB aan te tonen dat hij gedurende de periode van detachering aan deze voorwaarden voldoet of heeft voldaan.
Van detachering kan ingevolge punt 2 van Besluit nr. 181 alleen sprake zijn indien de onderneming of de zelfstandige voorafgaand aan de uitzending werkzaamheden van betekenis in Nederland verricht. In het geval van een startende onderneming of zelfstandige hanteert de SVB als beleid dat deze voorwaarde in ieder geval wordt geacht te zijn vervuld als in een periode van ten minste drie maanden voorafgaande aan het verzoek om detachering substantiële handelsactiviteiten zijn ontplooid. Als substantiële handelsactiviteiten worden onder meer aangemerkt activiteiten gericht op het opstarten van de onderneming, zoals de inschrijving bij de Kamer van Koophandel, de verwerving van bedrijfsruimte en het aanleggen van een handelsvoorraad. Eveneens als substantiële handelsactiviteit wordt aangemerkt de uitvoering van een opdracht tot werk door een opdrachtgever.
De tekst is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 3 maart 2010.
punt 2 en 3 Besluit nr. 181 van de Administratieve Commissie
Besluit beleidsregels SVB 2010
Huidige versie: 4