Beleidsregel
De tekst van artikel 14, eerste lid, onder a Vo. 1408/71
veronderstelt een band tussen de werknemer en de onderneming waardoor hij wordt
gedetacheerd. Uit het arrest van het HvJ EG in de zaak Manpower volgt dat de aanwezigheid
van een dergelijke band afhankelijk is van de intensiteit van de arbeidsrechtelijke relatie
tussen de onderneming en de werknemer. In Besluit nr. 181 van de Administratieve Commissie
(hierna Besluit nr. 181), waarin nadere interpretatieregels zijn opgenomen voor de
toepassing van onder meer artikel 14, eerste lid, is deze rechtspraak nader uitgewerkt.
Blijkens dit besluit dient sprake te zijn van een ‘organische band’ tussen de werknemer en
de onderneming. Om het bestaan van een dergelijke band vast te stellen, dient een reeks van
elementen in aanmerking te worden genomen, met name de verantwoordelijkheid inzake
aanwerving, arbeidsovereenkomst, ontslag en vaststelling van de aard van de
werkzaamheden.
Door de SVB wordt een organische band in ieder geval
aangenomen indien gedurende de periode van uitzending aan alle volgende voorwaarden wordt
voldaan:
- de arbeidsovereenkomst met de uitzendende werkgever
blijft bestaan.
- het salaris wordt direct of indirect betaald door de
uitzendende werkgever.
- ten behoeve van de werknemer worden premies voor
de volksverzekeringen en de werknemersverzekeringen afgedragen.
Indien aan de hand van deze criteria niet tot een duidelijk oordeel kan worden
gekomen, beoordeelt de SVB het bestaan van de organische band tussen werknemer en
uitzendende onderneming op basis van een meer algemeen beeld van de intensiteit van de
arbeidsrechtelijke relatie tussen de werknemer en de uitzendende onderneming. De SVB weegt
hiertoe alle relevante feiten en omstandigheden, waaronder met name de vraag of de
detacherende werkgever in beginsel zeggenschap heeft over de volgende
zaken:
- de aard van het werk;
- de
arbeidsvoorwaarden;
- de vakantiedagen en het
salaris;
- het recht de werknemer te ontslaan;
- het
garant staan voor de nakoming van de contractuele verplichtingen.
Daarnaast wordt in de beoordeling betrokken:
- het van
toepassing blijven van de pensioenregeling van de detacherende werkgever op de
betrokkene;
- het bestaan van een zogenaamde terugkeergarantie, dat wil
zeggen een toezegging van de werkgever dat de werknemer na afloop van de uitzending zijn
werkzaamheden weer kan hervatten.
Toepassing van deze
voorwaarden brengt veelal met zich dat zogenaamde concerndetacheringen, waarbij sprake is
van uitzending naar een in een andere lidstaat gevestigde dochteronderneming, onder het
bereik van artikel 14, eerste lid Vo. 1408/71 vallen. Ook uitzending van werknemers door
uitzendbureaus kan in beginsel onder het bereik van de detacheringsbepalingen worden
gebracht.
Grondslag
De tekst is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 3 maart 2010.
artikel 14, lid 1 Vo. 1408/71 en punt 1 Besluit nr. 181 van de Administratieve
Commissie
Besluit beleidsregels SVB 2010