Onderwerp: Bezoek-historie

Territoriale werkingssfeer (SB2135)
Geldigheid:24-03-2022 t/m Versie:vergelijk Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt territoriaal begrensd door artikel 52 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, die een opsomming bevatten van de lidstaten van de Europese Unie en van de overige gebieden waarop de verdragen van toepassing zijn. De regels in titel II van Verordening (EG) nr. 883/2004, die bepalen welke lidstaat bevoegd is zijn wetgeving toe te passen, zijn daarom met name gericht op de situatie van een persoon die op het grondgebied van de Europese Unie woont en werkt. Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie blijkt echter dat dit beginsel niet altijd geldt.

 

Nederlands grondgebied

Uit het arrest Salemink blijkt dat het onder de Noordzee gelegen deel van het continentaal plat in het kader van de sociale zekerheid eveneens tot het grondgebied van een lidstaat moet worden gerekend als de aldaar verrichte werkzaamheden onder de soevereine rechten van die lidstaat vallen. Hiervan is met name sprake als de werkzaamheden worden verricht op vaste of drijvende installaties die zich op het continentaal plat bevinden ten behoeve van de exploratie of exploitatie van natuurlijke rijkdommen van het continentaal plat.

 

Werkzaamheden buiten de Europese Unie, EER en Zwitserland

Uit onder meer de arresten Aldewereld, Chuck, Balandin en Inspecteur van de Belastingdienst blijkt dat Verordening (EG) nr. 883/2004 eveneens van toepassing kan zijn als een persoon buiten het grondgebied van de Europese Unie woont of werkt. Dit is met name het geval als de arbeidsverhouding van de betrokken persoon een voldoende nauwe aanknoping met het grondgebied van de Europese Unie behoudt.

Uit het arrest Inspecteur van de Belastingdienst blijkt dat artikel 11, derde lid, onder e), van Verordening (EG) nr. 883/2004 van toepassing is op een persoon die in een lidstaat woont, maar  buiten het grondgebied van de lidstaten werkzaamheden verricht. Dit betekent dat deze persoon voor de duur van de werkzaamheden onderworpen wordt aan de wetgeving van de lidstaat van de woonplaats. Mocht zich hierdoor bij een in een andere lidstaat wonende persoon een ongewenste onderbreking van Nederlandse verzekering voordoen, dan hanteert de SVB het beleid dat het bevoegde orgaan van de lidstaat van de woonplaats zal worden verzocht om een overeenkomst te sluiten op grond van artikel 16, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 883/2004. Daarbij geldt als voorwaarde dat de belanghebbende bij instemming van het orgaan van de andere lidstaat onderworpen blijft aan de Nederlandse wetgeving op grond van een bilateraal verdrag of, als met het betreffende derde land geen verdrag is gesloten, op grond van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen (zie ook SB1035 over wonen in Nederland, werken buiten Nederland). Deze toepassing van bilaterale verdragen en het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen sluit aan bij het beleid van de SVB dat gold voor 1 mei 2010 en dat aansloot bij het onder Verordening (EEG) nr. 1408/71 gewezen arrest Aldewereld.

Als een orgaan uit een andere lidstaat verzoekt om een overeenkomst te sluiten op grond van artikel 16, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 883/2004 voor een inwoner van Nederland dan stemt de SVB met het verzoek in onder de voorwaarde dat de verplichte verzekering in de andere lidstaat ter zake van ouderdom, overlijden en arbeidsongeschiktheid ongewijzigd voortduurt. Dit betekent dat de SVB niet instemt met een verzoek tot toepassing van de wetgeving van de andere lidstaat als de verplichte verzekering in de andere lidstaat eindigt, bijvoorbeeld omdat de betrokken persoon zich aldaar moet aanmelden voor vrijwillige verzekering.

Het kan ook voorkomen dat een inwoner van Nederland in een derde land arbeid gaat verrichten en geen overeenkomst op grond van artikel 16, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt gesloten. In dat geval stelt de SVB voor de toepassing van artikel 12 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 een dienstbetrekking met een in andere lidstaat wonende of gevestigde werkgever gelijk met een dienstbetrekking met een in Nederland wonende of gevestigde werkgever. De SVB geeft hiermee toepassing aan artikel 5 van Verordening (EG) nr. 883/2004. Als aan de overige voorwaarden van artikel 12 van het Besluit wordt voldaan, betekent dit dat een werknemer voor de duur van de werkzaamheden in het derde land verzekerd is in Nederland, tenzij een bilateraal verdrag met het derde land zich daartegen verzet.

 

Inwoners van een derde land

Uit het arrest Balandin blijkt dat titel II van Verordening (EG) nr. 883/2004  van toepassing is als een werknemer buiten het grondgebied van de  Europese Unie woont maar de werkzaamheden binnen dat grondgebied een aanknoping hebben met twee of meer lidstaten (zie SB2120 over het verplaatsingscriterium). Omdat in deze situatie geen toepassing kan worden gegeven aan aanwijsregels die aanknopen bij de woonplaats in een lidstaat hanteert de SVB het volgende beleid:

  • Vanwege de aanknoping bij de woonplaats in artikel 13, eerste lid, onder a, en tweede lid, onder a, van Verordening (EG) nr. 883/2004 past de SVB deze bepalingen niet toe. In plaats daarvan past de SVB artikel 13, eerste lid, onder b, respectievelijk tweede lid, onder b, van Verordening (EG) nr. 883/2004 toe.

 

  • Ook aan de toepassing van artikel 13, eerste lid, onder b, sub iii en iv, van Verordening (EG) nr. 883/2004 staat het gebrek van een woonplaats in  de Europese Unie in de weg. Aan deze situatie – waarin sprake is van meerdere werkgevers gevestigd in meerdere lidstaten – komt de SVB tegemoet door een artikel 16-overeenkomst aan te gaan met de andere betrokken lidstaat of lidstaten.

 

Als een persoon die geen woonplaats heeft op het grondgebied van  de Europese Unie zijn werkzaamheden in twee of meer lidstaten beëindigt, is  Verordening (EU) nr. 883/2004 niet langer van toepassing. In dat geval past de SVB uitsluitend de Nederlandse wetgeving toe.

 

Bijzonderheden met betrekking tot prestaties

De SVB neemt op grond van het arrest Chuck aan dat hoofdstuk 5 van titel III van Verordening (EG) nr. 883/2004, over ouderdom en overlijden, en Bijlage XI, onderdeel Nederland, onder 3, over het recht op nabestaandenuitkering, van toepassing zijn als  de aanvrager om ouderdomspensioen of nabestaandenuitkering geen woonplaats in de Europese Unie heeft. Hierbij geldt de voorwaarde dat de aanvrager voorheen onder de personele werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 883/2004 viel (zie SB2120 over het verplaatsingscriterium).  Op een persoon die geen woonplaats in een lidstaat van de Europese Unie, de EER of Zwitserland heeft, zijn echter niet van toepassing hoofdstuk 8 van titel III, voor zover dit betrekking heeft op gezinsuitkeringen voor pensioengerechtigden, en Bijlage XI, onderdeel Nederland, punt 2, onder a tot en met d, betreffende in aanmerking te nemen tijdvakken voor de berekening van een ouderdomspensioen. De daarin vervatte bepalingen zijn alleen van toepassing als de aanvrager op het grondgebied van de Europese Unie woont.

Op grond van Bijlage II, artikel 1, tweede lid, van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, is voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 met ingang van 1 april 2012 het grondgebied van de Europese Unie gelijkgesteld het grondgebied van de lidstaten van Zwitserland. Op grond van Bijlage VI, Sectorale Aanpassingen, bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geldt dit met ingang van 1 juni 2012 eveneens voor de landen van de EER, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. 

Grondslag

artikel 52 VEU, artikel 355 VWEU, Bijlage II, artikel 1, lid 1, Overeenkomst  EG-Zwitserse Bondsstaat over het vrije verkeer van personen en Bijlage VI bij de  Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte

Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB maart 2022

Naar boven