Onderwerp: Bezoek-historie

Verhouding met overig internationaal recht (SB2127)
Geldigheid:17-06-2010 t/m 24-08-2011Versie:vergelijk Vergelijk met versie: 10: 24-03-2022 t/m   X

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Uit rechtspraak van het HvJ EGHof van Justitie EU volgt dat het in artikel 68 van VoVerordening (EG) nr. 1408883/712004 neergelegde beginsel dat gemeenschapsverordeningendeze verordening in de plaats tredentreedt van de bepalingen van tussen lidstaten gesloten verdragen inzake sociale zekerheid, een dwingend karakter heeft dat geen uitzonderingen toelaat buiten. De enige uitzondering hierop wordt gevormd door de gevallen diebepalingen genoemd in de verordening uitdrukkelijk zijn genoemd,bijlage II van Verordening (EG) nr. 883/2004. Het beginsel vindt ook niet indien dietoepassing als de verdragen voor degenen op wie zij van toepassing zijn,waarvoor Verordening (EG) nr. 883/2004 in de plaats treedt tot hogere uitkeringen zouden leiden dan uit de verordeningen voortvloeienVerordening (EG) nr. 883/2004. Het HvJ EGHof van Justitie EU heeft echter tevens bepaald dat substitutiede vervanging van tussen lidstaten gesloten overeenkomstenverdragen door de verordeningenVerordening (EG) nr. 883/2004 niet tot gevolg heeft dat de betrokkeneeen persoon socialezekerheidsvoordelen verliest die hij heeft opgebouwd onder vigeur van een dergelijke overeenkomstdergelijk verdrag vóór de inwerkingtreding van de verordeningenVerordening (EG) nr. 883/2004. Mede in het licht van de gezamenlijke rechtspraak van het HvJ EGHof van Justitie EU en de CRvBCentrale Raad van Beroep gaat de SVB ervan uit dat deze voordelen blijven behouden indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • dat de toepassing van de betreffende overeenkomsthet verdrag leidt tot een voor betrokkene gunstiger situatie leidt dan toepassing van de verordeningVerordening (EG) nr. 883/2004;
  • dat de betrokkene heeft vóór het moment van substitutievervanging van de betreffende overeenkomsteen verdrag door de verordeningVerordening (EG) nr. 883/2004 rechten onder deze overeenkomst heefthet verdrag opgebouwd.

Aan het vereiste dat rechten zijn opgebouwd onder het oude bilateraleeen verdrag is voldaan indien ten minste de volgende voorwaarden zijn vervuld:

  • dat de betrokkene was vóór het moment van substitutievervanging van de betreffende overeenkomsthet verdrag door de verordening wasVerordening (EG) nr. 883/2004 aangesloten bij een nationale wettelijke regeling van een lidstaat die onder de materiële werkingssfeer van deze overeenkomsthet verdrag viel;
  • dat die aansluiting is mede bepalend is voor de berekening van de aanspraak welkedie aan de toepassing van de overeenkomst konhet verdrag kan worden ontleend en
  • dat de betrokkene is tussen de betrokken lidstaten gemigreerd vóór het moment van substitutievervanging van de betreffende overeenkomsthet verdrag door de verordening tussen de betrokken landen is gemigreerdVerordening (EG) nr. 883/2004.

Het beginsel van behoud van socialezekerheidsvoordelen die de betrokkene heeft opgebouwd onder vigeur van een bilaterale overeenkomst vóór de inwerkingtreding van de verordeningen, wordt op grond van het arrest Gómez Ródriguez van het HvJ EG niet toegepast als eerder een vergelijking heeft plaatsgevonden van betrokkenes aanspraken op grond van de verordening en zijn aanspraken op grond van de overeenkomst die door de verordening is gesubstitueerd, en eerstbedoelde aanspraken toen gunstiger waren.

Op grond van artikel 7, eerste lid, onder a, van Vo. 1408/71 treedt deze verordening niet in de plaats van de Rijnvarendenverdragen. Uit artikel 3, derde lid, Vo. 1408/71 vloeit voort dat de Rijnvarendenverdragen van toepassing zijn op allen op wie Vo. 1408/71 van toepassing is. De SVB interpreteert dit artikel letterlijk, hetgeen tot gevolg heeft dat de verordening buiten toepassing blijft zowel ten aanzien van onderdanen van lidstaten van de EU/EER die geen partij zijn bij de Rijnvarendenverdragen als ten aanzien van onderdanen van derde landen (Vo. 859/2003). Het praktische belang hiervan is dat de detacheringsbepalingen van Vo. 1408/71 niet van toepassing is doch de aanwijsregels van de Rijnvarendenverdragen.

In het kaderAls een vergelijking van de Wet BEU zijn met de lidstaten die per 1 mei 2004 respectievelijk per 1 januari 2007 zijn toegetreden tot de Europese Unie, voorafgaande aan de toetreding bilaterale verdragen gesloten over de exportaanspraken op grond van socialeverzekeringsuitkeringen. In deze verdragen zijn onder meer bepalingen opgenomen over identificatie van gerechtigdeneen verdrag en over verificatie en controle van gegevensVerordening (EG) nr. Met betrekking tot de status van deze bepalingen883/2004 heeft de Europese Commissie zich op het standpunt gesteld dat deze moeten worden gezien inplaatsgevonden en de contextaanspraken van de samenwerking tussen de bevoegde organen, zoals vastgelegd in artikel 84 lid 2 van Vo. 1408/71 en dat zij vallen onder artikel 8 van Vo. 1408/71. Opbetrokkene op grond van het tweede lid van artikel 8 van Vo. 1408/71 moeten deze bepalingen conform artikel 97 lid 1 van Vo. 1408/71 ter kennisverdrag zijn vastgesteld, dan kan op een later moment niet worden gebracht aangekozen voor de Voorzittertoepassing van de Raad. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de betrokken lidstaten meegedeeld dat de Nederlandse regering deze bepalingen zal notificeren aan de Voorzitter van de Raad en heeft hen verzocht hetzelfde te doenVerordening (EG) nr. Vooruitlopend hierop past de SVB de hiervoor bedoelde bepalingen toe voor zover hierover reeds afspraken zijn gemaakt met de betrokken lidstaten883/2004. Dit blijkt uit het arrest Gómez Ródriguez van het Hof van Justitie EU.

Grondslag

De tekst is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 3 maart 2010.

artikel 3, lid 38 en bijlage II Vo.883/2004, 6artikel 8 en artikel 79 en bijlage 1 Vo. 1408987/712009

Besluit beleidsregelsWijzigingsbesluit Beleidsregels SVB 2010maart 2022

Wet- en regelgeving