Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
Artikel 17 EG-Verdrag bepaalt dat een ieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit burger van de Unie is. Uit onder meer de arresten Grzelczyk, Gottardo en D’Hoop van het HvJ EG blijkt dat dit burgerschap in samenhang met artikel 12 EG-Verdrag aanspraak op gelijke behandeling verleent aan alle EU-onderdanen die zich in gelijke omstandigheden bevinden, ongeacht nationaliteit en onverminderd de uitdrukkelijk vastgestelde uitzonderingen. De SVB leidt uit deze jurisprudentie van het HvJ EG en artikel 3, eerste lid, Vo. 1408/71 af dat bij de toepassing van de Nederlandse socialezekerheidswetgeving elk onderscheid naar nationaliteit tussen Nederlandse onderdanen en EU-onderdanen achterwege moet blijven. Dit beroep op gelijke behandeling naar nationaliteit kan worden gedaan ongeacht de woonplaats van de EU-onderdaan.
De SVB leidt uit het arrest Martinez Sala van het HvJ EG af dat onderdanen van een lidstaat van de EU of de EER en onderdanen van Zwitserland, die bevoegd zijn op Nederlands grondgebied te verblijven, onder dezelfde voorwaarden als Nederlandse onderdanen recht hebben op sociale verzekeringsuitkeringen. Van hen kan niet worden gevergd dat zij de rechtmatigheid van hun verblijf aantonen door middel van een door de Nederlandse autoriteiten afgegeven verblijfsdocument. Het arrest Martinez Sala gaat evenwel niet zo ver dat het een materiële koppeling verbiedt tussen verzekering op grond van de sociale verzekeringswetten, de rechtmatigheid van het verblijf en de arbeid in Nederland van de betreffende onderdanen van de EU, de EER en Zwitserland.
De tekst is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 3 maart 2010.
artikel 17, lid 1 EG en artikel 3, lid 1 Vo. 1408/71
Besluit beleidsregels SVB 2010
Huidige versie: 4