Beleidsregel
De SVB weigert de AIO-aanvulling indien de aanvrager
gegevens die van belang zijn voor het recht op AIO-aanvulling niet aan de SVB
verstrekt.
In geval de SVB al een AIO-aanvulling heeft toegekend en de
betrokkene de voor de AIO-aanvulling van belang zijnde gegevens of gevorderde bewijsstukken
niet of niet volledig binnen de door de SVB gestelde termijn verstrekt, verzendt de SVB een
rappèl. Voldoet de betrokkene niet binnen de daarin gestelde termijn aan het verzoek dan
schort de SVB op grond van artikel 54, eerste lid Participatiewet het recht op
AIO-aanvulling op. De SVB geeft betrokkene bij de opschorting een termijn waarbinnen hij
zijn verzuim kan herstellen. Worden de gevraagde gegevens binnen de hersteltermijn
verstrekt, dan heft de SVB de opschorting op en legt zij een maatregel op of geeft zij een
waarschuwing (zie SB1315 over het opleggen van een maatregel of het geven van een
waarschuwing in het kader van de Participatiewet).
Blijkt uit de reactie
van de betrokkene dat er een wijziging in de omstandigheden is opgetreden, of stelt de SVB
dit op andere wijze vast, dan legt de SVB een boete op of geeft zij een waarschuwing (zie
SB1101 over niet spontaan melden van relevante feiten en omstandigheden en SB1103 over het
opleggen van een boete en het geven van een schriftelijke waarschuwing).
Wordt de gevraagde informatie niet binnen de hersteltermijn verstrekt, dan trekt de
SVB het recht op AIO-aanvulling in op grond van artikel 54, vierde lid Participatiewet (zie
SB1078 over verlaging of intrekking met terugwerkende kracht wegens wijziging van de
omstandigheden).
In dat geval onderzoekt de SVB of de aanspraak op
AIO-aanvulling op een eerder moment is geëindigd dan het moment met ingang waarvan het recht
is opgeschort. Blijkt van een wijziging in de omstandigheden waardoor de betrokkene al
eerder geen of een lagere aanspraak had op de AIO-aanvulling, dan trekt de SVB de
AIO-aanvulling met ingang van een eerdere datum geheel of gedeeltelijk in.
Het komt voor dat de betrokkene alsnog voldoet aan het verzoek van de SVB nadat het
opschortingsbesluit rechtens onaantastbaar is geworden, maar voordat het intrekkingsbesluit
rechtens onaantastbaar is geworden. In dat geval beoordeelt de SVB bij de heroverweging in
bezwaar uitsluitend of de betrokkene verwijtbaar heeft verzuimd om de gevraagde informatie
binnen de gestelde termijn te verstrekken (CRvB 27 juni 2000). De SVB past hierbij het
beleid in SB1244 over het bepalen van de mate van verwijtbaarheid overeenkomstig toe. De SVB
leidt uit de jurisprudentie af dat de verwijtbaarheid in ieder geval ontbreekt indien het
gaat om gegevens die niet (meer) van belang zijn voor de AIO-aanvulling of waarover
betrokkene niet binnen de hersteltermijn redelijkerwijs heeft kunnen beschikken (CRvB 29 mei
2007 en CRvB 5 december 2007). Als de verwijtbaarheid ontbreekt, trekt de SVB het
opschortingsbesluit in herroept zij het intrekkingsbesluit. Indien het verzuim verwijtbaar
is, slaat de SVB geen acht op na de gestelde termijn ontvangen gegevens (CRvB 16 januari
2007). De SVB merkt in dat geval deze gegevens aan als een nieuwe aanvraag om een
AIO-aanvulling. Ten aanzien van de ingangsdatum van het recht op AIO-aanvulling past de SVB
het beleid toe in SB1309 over tijdig en verschoonbaar te laat voldoen aan de
mededelingsverplichting.
In geval de betrokkene de gevraagde gegevens
niet verstrekt dan is de SVB op grond van artikel 54, eerste lid Participatiewet bevoegd om
de AIO-aanvulling voor een termijn van ten hoogste acht weken op te schorten. Trekt de SVB
de AIO-aanvulling niet binnen deze termijn in, dan herleeft het recht in beginsel van
rechtswege. Het kan echter voorkomen dat de SVB nog steeds niet beschikt over de
noodzakelijke gegevens. In dat geval trekt de SVB het recht op AIO-aanvulling in op grond
van artikel 54, derde lid, eerste volzin Participatiewet (zie SB1078 over verlaging of
intrekking met terugwerkende kracht wegens wijziging van de omstandigheden).
Toont de betrokkene in bezwaar aan dat hij, al dan niet onafgebroken, aanspraak op
AIO-aanvulling heeft behouden, dan herroept de SVB het intrekkingsbesluit. Blijkt uit de
door de betrokkene verstrekte gegevens dat aanspraak bestaat op een lagere AIO-aanvulling
dan legt de SVB een boete op (zie SB1101 over niet spontaan melden van relevante feiten en
omstandigheden en SB1103 over het opleggen van een boete en het geven van een schriftelijke
waarschuwing).
Als pas na het rechtens onaantastbaar worden van een
intrekkingsbesluit blijkt dat de betrokkene, al dan niet onafgebroken, aanspraak op een
AIO-aanvulling heeft behouden, dan past de SVB het beleid in SB1310 over het terugkomen van
een rechtens onaantastbaar besluit in het voordeel van een belanghebbende overeenkomstig
toe.