Onderwerp: Bezoek-historie

Terugkomen van een rechtens onaantastbaar besluit in het voordeel van de belanghebbende (SB1310)
Geldigheid:07-09-2016 t/m 31-10-2017Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Soms is er geen sprake van een wijziging van omstandigheden, maar bestaat twijfel over de juistheid van een besluit. Uit artikel 4:6 Awb en de jurisprudentie van de CRvB (CRvB 6 november 2003) volgt dat de SVB in dat geval bevoegd is een verzoek om herziening van dat besluit zonder nader onderzoek af te wijzen, tenzij van die bevoegdheid in redelijkheid geen gebruik kan worden gemaakt. De SVB hanteert in dit kader bij de uitvoering van de AOW als beleid dat zij zich in redelijkheid gehouden acht terug te komen van een rechtens onaantastbaar besluit indien dit besluit onmiskenbaar onjuist moet worden geacht (Zie SB1076 over terugkomen van een rechtens onaantastbaar besluit ten voordele van de belanghebbende). Dit uitgangspunt past de SVB ook toe in het kader van de uitvoering van de Participatiewet.

Als de SVB terugkomt van een eerder besluit stelt zij met toepassing van het volgende beleid vast of zij terugwerkende kracht geeft aan het nieuwe besluit.

Een besluit kan onjuist zijn als gevolg van:

  • een fout van de SVB;
  • een wijziging in het beleid van de SVB;
  • een fout van de belanghebbende.

Van een onjuist besluit als gevolg van een fout van de SVB is sprake als de SVB op basis van de gegevens die ten tijde van de toekenning beschikbaar waren of die bij een normaal onderzoek van de SVB beschikbaar zouden zijn geweest, de AIO-aanvulling correct had kunnen vaststellen aan de hand van de toen geldende wetgeving en beleidsregels, en de belanghebbende alle relevante informatie tijdig heeft verstrekt. De SVB verhoogt de AIO-aanvulling in dergelijke gevallen ambtshalve of op verzoek. Het beleid inzake de mate van terugwerkende kracht bij een toekenning op een eerste aanvraag in SB1307 over ingangsdatum bij aanvraag AIO-aanvulling is daarbij van overeenkomstige toepassing. Tevens past de SVB dat beleid naar analogie toe als de belanghebbende aantoonbaar heeft ingeteerd op zijn vrij te laten vermogen. De SVB verhoogt de AIO-aanvulling met ingang van het moment waarop zij haar fout heeft geconstateerd als niet blijkt dat de belanghebbende schulden is aangegaan of op zijn vrij te laten vermogen heeft ingeteerd.

Als een rechtens onaantastbaar geworden besluit bij nader inzien voor onjuist wordt gehouden als gevolg van een wijziging in het beleid van de SVB ten gunste van de belanghebbende geldt het in de vorige alinea geformuleerde beleid eveneens, met dien verstande dat de SVB de AIO-aanvulling niet herziet over perioden gelegen voor de datum van inwerkingtreding van het gewijzigde beleid. Betreft de wijziging van het beleid evenwel de invulling van een discretionaire bevoegdheid dan verhoogt de SVB de AIO-aanvulling vanaf het moment dat de belanghebbende om herziening verzoekt dan wel vanaf de datum die de SVB heeft bepaald voor de desbetreffende beleidswijziging.

Is het onjuiste besluit het gevolg van een fout van de belanghebbende dan past de SVB het beleid toe over tijdig en verschoonbaar te laat voldoen aan de mededelingsverplichting in SB1309 over verhoging AIO-aanvulling wegens wijziging van de omstandigheden.

Wet- en regelgeving

Naar boven