Beleidsregel
Kinderen die in het buitenland wonen, vallen niet onder de Leerplichtwet 1969. Daarom onderzoekt de SVB of kinderen van 16 of 17 jaar die in het buitenland wonen, voldoen aan de volgende aan de Leerplichtwet 1969 ontleende verplichtingen:
- ingeschreven zijn bij een school of instelling met een inschrijvings- en verzuimadministratie,
- een opleiding volgen die leidt tot het behalen van een startkwalificatie,
- de school geregeld bezoeken, en
- volledig dagonderwijs of een combinatie van leren en werken volgen.
De SVB gaat ervan uit dat met een opleiding een startkwalificatie kan worden behaald als de opleiding voldoet aan de volgende criteria:
- deskundige begeleiding of toezicht door de onderwijsinstelling;
- voorbereidend op enig examen, resulterend in een diploma of getuigschrift;
- de mogelijkheid tot het beroepsmatig verrichten van activiteiten overeenkomstig de opleiding;
De SVB merkt algemeen vormend onderwijs dat wordt afgesloten met een examen resulterend in een diploma of getuigschrift en dat toegang geeft tot vervolgonderwijs of dat als minimumvereiste geldt voor een functie of beroep, aan als onderwijs waarmee een startkwalificatie kan worden behaald.
De SVB beschouwt praktische lessen of werkzaamheden als opleiding voor zover deze een verplicht karakter hebben en een integrerend onderdeel van het theoretische onderwijs vormen.
Ten aanzien van de voorwaarde dat een kind de school of instelling regelmatig bezoekt, sluit de SVB aan bij het bepaalde in artikel 21 van de Leerplichtwet 1969 zoals beschreven in SB1016 over onderwijs van kinderen in Nederland. Als het onderwijs niet aan de bovenstaande criteria voldoet, maar dient als noodzakelijke voorbereiding op ander onderwijs dat wel aan de criteria voldoet, merkt de SVB deze vooropleiding ook aan als onderwijs waarmee een startkwalificatie kan worden behaald.
Als een kind van 16 of 17 jaar geen startkwalificatie heeft behaald en evenmin onderwijs volgt dat voldoet aan de hiervoor genoemde voorwaarden kan recht op kinderbijslag of wezenuitkering bestaan als:
- het in het bezit is van een getuigschrift of schooldiploma praktijkonderwijs;
- het als zeer moeilijk lerend of meervoudig gehandicapt kind het speciaal onderwijs heeft bezocht;
- zich een situatie voordoet die overeenkomt met een van de gronden waaronder de leerplichtambtenaar ingevolge de Leerplichtwet 1969 vrijstelling kan verlenen van de verplichting om ingeschreven te staan bij een school of instelling.
De SVB beoordeelt aan de hand van de feiten en omstandigheden van het individuele geval of betrokkene zich op een van deze gronden kan beroepen.
Voor een kind van 16 of 17 jaar dat een startkwalificatie heeft behaald of in het buitenland een opleiding heeft afgerond die gelijkgesteld wordt met het behalen van een startkwalificatie, gelden voor het recht op kinderbijslag geen nadere voorwaarden ten aanzien van de tijdbesteding van het kind. Als dit kind een wees is, kan recht op een wezenuitkering bestaan als de wees een vervolgstudie volgt. Een wees van 18 jaar of ouder maar jonger dan 21 jaar die een vervolgstudie volgt, kan ook recht hebben op een wezenuitkering. Deze wees hoeft geen startkwalificatie te hebben behaald. Of sprake is van een vervolgstudie beoordeelt de SVB aan de hand van de criteria die gelden voor een vervolgstudie in Nederland (zie SB1016 over onderwijs voor kinderen in Nederland).