Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
Artikel 35, eerste lid AOW bepaalt dat de vrijwillige verzekering ingaat op de dag na de dag dat de verplichte verzekering is geëindigd. In afwijking van dit artikellid hanteert de SVB voor bepaalde gewezen verzekerden het beleid dat de vrijwillige verzekering ingaat op de dag waarop de fictieve aanvangsleeftijd wordt bereikt. De fictieve aanvangsleeftijd is de hoogste aanvangsleeftijd die bekend is gemaakt. Deze afwijking geldt alleen voor de gewezen verzekerde die nog niet de fictieve aanvangsleeftijd heeft bereikt op de dag nadat zijn verplichte verzekering is geëindigd. Dit beleid voorkomt dat jongeren premie verschuldigd zijn over tijdvakken waarvan bij voorbaat vaststaat dat deze niet worden meegeteld bij de berekening van het ouderdomspensioen. De periode van maximaal tien jaar waarover men zich vrijwillig kan verzekeren, vangt voor deze gewezen verzekerden aan op de ingangsdatum van de vrijwillige verzekering in plaats van op de dag na de dag waarop de verplichte verzekering is geëindigd.
Artikel 38 AOW regelt de mogelijkheid om bij aanvang van de verplichte verzekering tot 'inkoop' over te gaan van de achterliggende niet verzekerde periode. Op grond van artikel 38, eerste lid AOW vangt die vrijwillige verzekering aan op de aanvangsleeftijd als bedoeld in artikel 7a AOW die geldt op de eerste dag van de verplichte verzekering. De SVB hanteert ook bij de toepassing van artikel 38 AOW het beleid dat zij geen premies heft over tijdvakken die liggen voor het bereiken van de fictieve aanvangsleeftijd.
artikel 35, eerste lid, artikel 36, eerste lid, artikel 38 AOW
Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB oktober 2017
Huidige versie: 4