Onderwerp: Bezoek-historie

Ingangsdatum tegemoetkoming op grond van de TOG (SB1260)
Geldigheid:14-05-2014 t/m 14-01-2015Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Op grond van artikel 4, eerste lid en artikel 6, derde en vijfde lid TOG gaat het recht op tegemoetkoming in met ingang van de eerste dag van het kwartaal waarin een indicatiebesluit geldt, mits de belanghebbende in dat kwartaal een aanvraag indient. Dient de belanghebbende de aanvraag later in, dan is de SVB op grond van artikel 6, vijfde lid TOG bevoegd om in bijzondere gevallen de tegemoetkoming met terugwerkende kracht toe te kennen. In dat geval toetst de SVB eerst of sprake is van een bijzonder geval met overeenkomstige toepassing van het beleid vervat in SB1071 over bijzonder geval. Alleen als van een bijzonder geval sprake is, is de SVB bevoegd de tegemoetkoming met terugwerkende kracht toe te kennen. Van deze bevoegdheid maakt de SVB uitsluitend gebruik als het van hardheid zou getuigen geen terugwerkende kracht te hanteren. De SVB beantwoordt de vraag of sprake is van hardheid aan de hand van het beleid vervat in SB1072 over hardheid, met dien verstande dat de SVB als minimumnorm hanteert de op de gezinssituatie (fictief) toepasselijke netto uitkeringsbedragen krachtens artikel 9 AOW, verhoogd met het op de desbetreffende situatie toepasselijke recht op kinderbijslag en tegemoetkoming. Voor het bepalen van de mate van terugwerkende kracht past de SVB het beleid toe vervat in SB1073 over mate van terugwerkende kracht. Een langere terugwerkende kracht dan 1 januari 2011, de datum waarop de huidige aanvraagsystematiek is ingegaan, is echter niet mogelijk.

De TOG bevat geen voorschrift over de ingangsdatum van een tegemoetkoming voor een kind dat niet in Nederland woont. In dit geval behandelt de SVB een aanvraag om tegemoetkoming zoveel mogelijk naar analogie van de situatie die zich voordoet voor in Nederland wonende kinderen. In de Nederlandse situatie geldt dat op aanvraag door het CIZ een indicatiebesluit wordt afgegeven. Aan dit indicatiebesluit komt geen terugwerkende kracht toe. Bij een aanvraag om tegemoetkoming voor een buiten Nederland wonend kind ontbreekt een dergelijk indicatiebesluit en stelt de SVB zelf vast of aan de voorwaarden is voldaan. Daartoe wint de SVB medisch advies in bij het CIZ. In dat geval hanteert de SVB het beleid dat het medisch advies geldt met ingang van de datum waarop de aanvraag is ingediend. Zij verleent daarom de tegemoetkoming met ingang van de eerste dag van het kwartaal waarin de aanvraag is ingediend zonder aan deze toekenning verdere terugwerkende kracht te verlenen.

Grondslag

De tekst van de beleidsregels AOW, Anw, AKW, OBR, Remigratiewet, MKOB, Regeling niet-KOB-gerechtigden, TOG, TAS en TNS en de beleidsregels Internationaal is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 31 december 2013 en de stand van de jurisprudentie op 21 februari 2014. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (de delen Awb en Overige onderwerpen) is niet aangepast.

artikel 2, tweede lid, artikel 4, eerste lid en artikel 6, leden 3, 5 en 6 TOG

Besluit beleidsregels SVB 2013

Naar boven