Onderwerp: Bezoek-historie

Overgangsrecht terugvordering basisvoorziening Remigratiewet (SB1248)
Geldigheid:07-09-2016 t/m Versie:vergelijk Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

De SVB was op grond van artikel 12, vierde en vijfde lid Uitvoeringsbesluit Remigratiewet verplicht (een met name genoemd deel van de) toegekende basisvoorzieningen terug te vorderen indien de remigrant, zijn partner of een kind gebruik maakt van de terugkeerregeling als bedoeld in artikel 8 Remigratiewet, of anderszins zijn hoofdverblijf in Nederland vestigt, voor zover deze voorzieningen ten behoeve van de teruggekeerde persoon zijn toegekend. De SVB was in dergelijke situaties niet bevoegd op grond van dringende redenen van terugvordering af te zien (zie ook de uitspraak van de ABRvS van 31 juli 2007). Uit het overgangsrecht van artikel 17, eerste lid Remigratiebesluit volgt dat artikel 12, vierde en vijfde lid van het Uitvoeringsbesluit Remigratiewet van toepassing blijft op personen die voor 1 juli 2014 zijn geremigreerd en basisvoorzieningen hebben ontvangen of voor die datum een basisvoorziening hebben aangevraagd. De SVB voert het volgende beleid over de terugvordering van basisvoorzieningen. Basisvoorzieningen die ten behoeve van teruggekeerde personen zijn toegekend, bestaan uit de som van de kosten van het vervoer van henzelf en hun bagage, opgeteld bij het verschil tussen de toegekende overbruggingsuitkering en de overbruggingsuitkering waarop de remigrant aanspraak zou hebben gehad als alleen de niet teruggekeerde personen zouden zijn geremigreerd.

Grondslag

artikel 12, leden vier en vijf Uitvoeringsbesluit Remigratiewet (zoals deze tekst  luidde voor 1 juli 2014) en artikel 17, lid 1 Remigratiebesluit

Besluit beleidsregels SVB 2016

Naar boven