Onderwerp: Bezoek-historie

Niet spontaan melden van relevante feiten en omstandigheden (SB1101)
Geldigheid:15-01-2015 t/m 06-09-2016Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Van schending van de mededelingsverplichting is onder andere sprake als de belanghebbende feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk kan zijn dat die van invloed kunnen zijn op de uitkering, niet onverwijld spontaan aan de SVB meldt. Onder 'onverwijld' in de zin van artikel 49 AOW, artikel 35 Anw, artikel 15 AKW en artikel 11 MKOB, verstaat de SVB: binnen vier weken nadat het van belang zijnde feit heeft plaatsgevonden of de relevante wijziging van omstandigheden is ingetreden. De SVB past een termijn van zes weken toe indien de belanghebbende of het kind van de belanghebbende niet in Nederland woont. Met melding aan de SVB wordt gelijkgesteld melding aan een buitenlandse autoriteit of orgaan indien de mededelingsplichtige in een land woont waarmee is geregeld dat aanvragen en verklaringen kunnen worden ingediend bij de overeenkomstige instanties in het desbetreffende land. Indien de belanghebbende echter voor laatstbedoelde weg kiest, maar hij verzuimt aan te geven dat de mededeling bestemd is voor de SVB, zal in beginsel schending van de mededelingsverplichting worden aangenomen indien de mededeling de SVB niet of niet tijdig bereikt. Indien de belanghebbende evenwel kan aantonen dat voor de ontvangende instantie redelijkerwijs duidelijk had moeten zijn dat de mededeling voor de SVB was bestemd, maar deze instantie is haar doorzendverplichting niet nagekomen, dan zal de datum van indiening bij de instantie gelden als indiening bij de SVB. Omdat artikel 25 OBR het bepaalde in artikel 49 AOW van overeenkomstige toepassing verklaart, past de SVB dit beleid ook toe bij de uitvoering van de OBR.

Als blijkt dat de betrokkene een omstandigheid of een feit niet tijdig heeft gemeld, legt de SVB een boete op (zie SB1103 over het opleggen van een boete en het geven van een schriftelijke waarschuwing). Daarnaast wordt de uitkering zo nodig herzien of ingetrokken en worden onverschuldigd betaalde bedragen teruggevorderd (zie SB1075 over verhoging wegens wijziging van de omstandigheden, SB1077 over verlaging of intrekking ex nunc wegens wijziging van de omstandigheden, SB1078 over verlaging of intrekking met terugwerkende kracht wegens wijziging van de omstandigheden en SB1114 over terugvordering van uitkeringen. Bij de uitvoering van de Regeling niet-KOB en de Remigratiewet worden geen boeten opgelegd of waarschuwingen gegeven. Op grond van artikel 17 OBR kan de SVB bij de uitvoering van de OBR uitsluitend maatregelen opleggen (zie SB1102 over het opleggen van een maatregel en het geven van een schriftelijke waarschuwing).

Grondslag

De tekst van de beleidsregels Awb en de beleidsregels Overige onderwerpen is afgesloten naar de stand van de wetgeving en de jurisprudentie op 1 november 2014. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (het deel AOW, Anw, AKW, OBR, Remigratiewet, MKOB, Regeling niet-KOB-gerechtigden, TOG, TAS en TNS en het deel Internationaal) is niet aangepast.

artikel 49 AOW, artikel 35 Anw en artikel 15 AKW, artikel 11 MKOB,

Besluit beleidsregels SVB 2014

Naar boven