Onderwerp: Bezoek-historie

Herziening van een ongehuwdenpensioen in een gehuwdenpensioen (SB1082)
Geldigheid:12-07-2009 t/m 16-06-2010Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Een verhoging van de uitkering wegens een wijziging van de omstandigheden geeft - behoudens bijzondere gevallen en hardheid - aanleiding tot een herziening van de uitkering met een terugwerkende kracht van een jaar (artikel 17, derde lid, AOW). Als de uitkering moet worden verlaagd, is de terugwerkende kracht van de herziening in beginsel niet in de tijd beperkt (artikel 17, vierde lid, AOW). Als een alleenstaande AOW-gerechtigde huwt of een gezamenlijke huishouding gaat voeren, dan moet zijn ouderdomspensioen worden verlaagd, maar kan recht ontstaan op een toeslag. Om te kunnen vaststellen of in deze situatie sprake is van verhoging of verlaging van de uitkering, ziet de SVB het ouderdomspensioen en de toeslag als een geheel. De SVB sluit hierbij aan op de toelichting van de ministeriële regeling ‘Intrekking en herziening ouderdomspensioen’. Voor de vaststelling van de terugwerkende kracht die aan de verlaging van het ouderdomspensioen en eventuele toekenning van de toeslag moet worden gegeven, hanteert de SVB het volgende beleid.

Bij een wijziging van de omstandigheden die minder dan een jaar geleden heeft plaatsgevonden, saldeert de SVB een verlaging van het ouderdomspensioen met een eventuele verhoging van de toeslag. In geval van een positief saldo geeft de SVB toepassing aan artikel 17, derde lid, AOW en verhoogt zij derhalve de uitkering met ingang van de maand waarin de wijziging heeft plaatsgevonden. In geval van een negatief saldo past de SVB artikel 17, vierde lid, AOW toe en verlaagt zij de uitkering met ingang van de maand volgend op die waarin de wijziging plaatsvond.

Bij een wijziging van de omstandigheden die meer dan een jaar geleden heeft plaatsgevonden, geldt dat de herziening in ieder geval een jaar terugwerkt. Een langere terugwerkende kracht is voorgeschreven indien de herziening leidt tot een verlaging van de uitkering. Om te beoordelen of in gevallen waarin de wijziging van de omstandigheden langer dan een jaar geleden heeft plaatsgevonden sprake is van een verhoging of verlaging van de uitkering, berekent de SVB zowel het saldo over het afgelopen jaar als het saldo over de periode die daaraan voorafgaat. Al naar gelang de combinatie van de saldo’s hanteert de SVB de volgende handelswijze:

  • Beide saldo’s zijn positief. In dit geval zal de SVB de verhoging nabetalen met toepassing van Deel I, Verhoging wegens wijziging van de omstandigheden, SB1075.
  • Beide saldo’s zijn negatief. In deze situatie zal de SVB de uitkering verlagen met toepassing van Deel I, Verlaging of intrekking met terugwerkende kracht wegens wijziging van de omstandigheden.
  • Het saldo over het afgelopen jaar is negatief en het andere saldo is positief. De SVB zal de uitkering met toepassing van Deel I, Verlaging of intrekking met terugwerkende kracht wegens wijziging van de omstandigheden verlagen met het bedrag van het saldo over het afgelopen jaar. Het positieve saldo over de daaraan voorafgaande periode wordt niet in de herziening betrokken.
  • Het saldo over het afgelopen jaar is positief en het saldo over de daaraan voorafgaande periode is negatief. De SVB herziet in deze situatie het recht op uitkering met volledig terugwerkende kracht met als resultaat dat de twee saldo’s met elkaar worden verrekend.

Grondslag

De tekst is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 20 april 2009. De wijzigingen die samenhangen met de inwerkingtreding van de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht zijn eveneens verwerkt.

artikel 17, leden 3 en 4 AOW

Besluit beleidsregels SVB 2009

Naar boven