Beleidsregel
Wanneer er volgens de hierboven aangeduide criteria
sprake is van een bijzonder geval, moet de SVB vervolgens beoordelen of zij gebruik zal
maken van haar bevoegdheid om het pensioen, de uitkering of de kinderbijslag met
terugwerkende kracht van meer dan een jaar toe te kennen.
De SVB maakt
gebruik van deze bevoegdheid wanneer het van hardheid zou getuigen, te volstaan met een
terugwerkende kracht van één jaar. Het door de SVB ontwikkelde hardheidsbeleid, waarin
gerelateerd wordt aan de inkomenspositie van de betrokkenen, is in bestendige jurisprudentie
aanvaard (zie bijvoorbeeld de uitspraken van de CRvB van 30 januari 1991, 12 november 1993
en 26 mei 1994).
Volgens dit beleid is er sprake van hardheid indien een
persoon schade heeft geleden als gevolg van het niet aanvragen van de uitkering waarop hij
op grond van de desbetreffende aanspraakgevende gebeurtenis recht zou hebben gehad. Deze
schade wordt geacht te zijn opgetreden indien zijn netto inkomen mede door het niet tijdig
aanvragen van de desbetreffende uitkering, onder de voor hem geldende minimumnorm is gedaald
in de periode welke is gelegen tussen de datum van de aanspraakgevende gebeurtenis en de
datum die ligt één jaar voor de aanvraag.
Voor de bepaling van het
netto-inkomen worden alle inkomensbestanddelen van de gerechtigde en zijn eventuele partner,
zoals bijvoorbeeld inkomen uit arbeid, uitkeringen, bovenwettelijke pensioenen of inkomen
uit vermogen, in aanmerking genomen. Op dit genoten inkomen kunnen eventueel bijzondere
uitgaven in mindering worden gebracht welke verband houden met het verzekerde risico zoals
bijvoorbeeld kosten van leningen die betrokkene heeft moeten maken om te kunnen voorzien in
de behoeften waarvoor de desbetreffende uitkeringen zijn bedoeld. Als minimumnorm voor
toepassing op de AOW gelden de op de desbetreffende situatie toepasselijke volledige netto
uitkeringsbedragen zoals vervat in artikel 9 AOW. Indien het AOW-pensioen als minimumnorm
wordt gehanteerd voor een aanvrager met een partner wordt de norm die voor de aanvrager
geldt verhoogd met het desbetreffende normbedrag voor zijn partner.
Ten
aanzien van de nabestaandenuitkering en de halfwezenuitkering krachtens de Anw geldt als
minimumnorm het maximale netto bedrag aan nabestaandenuitkering als bedoeld in artikel 17
Anw, eventueel vermeerderd met de halfwezenuitkering als bedoeld in artikel 25 Anw (zoals
dit artikel gold tot 1 juli 2013), voor zover hierop in de periode waarover de eventuele
hardheid wordt beoordeeld, recht zou hebben bestaan.
Ten aanzien van de
AKW geldt als minimumnorm de op de gezinssituatie (fictief) toepasselijke netto
uitkeringsbedragen krachtens artikel 9 AOW, verhoogd met de op de desbetreffende situatie
toepasselijke kinderbijslagrechten (zie CRvB 28 november 2001).
De
betrokkene dient de geleden schade aannemelijk te maken door overlegging van schriftelijke
stukken.
Grondslag
De tekst van de beleidsregels AOW, Anw, AKW, OBR, Remigratiewet, MKOB, Regeling niet-KOB-gerechtigden, TOG, TAS en TNS en de beleidsregels Internationaal is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 31 december 2013 en de stand van de jurisprudentie op 21 februari 2014. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (de delen Awb en Overige onderwerpen) is niet aangepast.
Besluit beleidsregels SVB 2013