Onderwerp: Bezoek-historie

Toekenning van voorschotten (SB1068)
Geldigheid:15-06-2008 t/m 11-07-2009Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

De SVB is op grond van de AOW, de Anw en de AKW bevoegd om een voorschot te verlenen. De Remigratiewet en de TOG 2000 bevatten geen regeling over het verlenen van voorschotten. De SVB heeft als beleid dat ook remigratievoorzieningen en tegemoetkomingen op grond van de TOG 2000 bij wijze van voorschot kunnen worden verleend. Ten aanzien van de verlening van voorschotten hanteert de SVB het volgende beleid.

Een voorschot kan worden verleend indien het onderzoek naar de voor het recht op uitkering relevante gegevens nog niet is afgerond en:

  • de SVB binnen de wettelijke termijn niet definitief kan beslissen op de aanvraag, of
  • de SVB weliswaar binnen de wettelijke termijn zal kunnen beslissen, maar van betrokkene gezien zijn financiële situatie niet gevergd kan worden dat hij een definitieve beslissing afwacht. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als een persoon te laat zijn aanvraag om ouderdomspensioen heeft ingediend of een nabestaande geen overige inkomsten heeft.

Tot verlening van een voorschot kan in deze situaties worden overgegaan voor zover redelijkerwijs geen twijfel hoeft te bestaan aan het recht op uitkering. Per individueel geval wordt bepaald of bij wijze van voorschot een uitkering wordt verstrekt, en zo ja, of dit een volledige dan wel een gedeeltelijke uitkering zal zijn. Het voorschot wordt dan berekend aan de hand van de reeds beschikbare gegevens waarbij wordt uitgegaan van de juistheid van gedocumenteerde opgaven van betrokkenen, tenzij er contra-indicaties zijn om van die juistheid uit te gaan. Met name bij de AOW zal veelal bij wijze van voorschot een gedeeltelijk ouderdomspensioen worden verstrekt dat is gebaseerd op door de aanvrager gedocumenteerde en/of reeds door de SVB geverifieerde tijdvakken van verzekering.

In bijzondere gevallen kan tot voorschotverlening worden overgegaan indien over de bij wijze van voorschot te verlenen uitkering nog geen redelijke mate van zekerheid bestaat. Het onder deze omstandigheden verlenen van een voorschot kan bijvoorbeeld zijn aangewezen in geval van zorgvuldigheidsgebreken aan de zijde van de SVB (zoals bijvoorbeeld een ernstige, niet aan de belanghebbende te wijten termijnoverschrijding) en/of een nijpende financiële situatie bij de belanghebbende.

De beslissing een voorschot te verlenen wordt aan de betrokkene door middel van een beschikking in de zin van artikel 1:3 Awb bekendgemaakt. Als definitief op het recht om uitkering kan worden beslist, wordt de voorschotbeschikking met terugwerkende kracht herzien in een definitieve beschikking. Indien het voorschot te laag is vastgesteld, vindt nabetaling plaats na de definitieve toekenning. Indien de toekenning van het voorschot ten onrechte of tot een te hoog bedrag heeft plaatsgevonden, vindt verrekening of terugvordering plaats.

Remigratievoorzieningen worden bij wege van voorschot verstrekt met ingang van de eerste dag van de maand na die waarin de aanvrager heeft aangegeven, te zullen remigreren. Het voorschot wordt omgezet in een definitieve toekenning zodra de SVB bericht van de GBA heeft ontvangen dat de aanvrager uit Nederland is vertrokken.

In alle gevallen geldt ingevolge de Awb als voorwaarde dat de aanvraag volledig en juist is (zie Deel III, hoofdstuk 3).

Grondslag

De tekst is afgesloten naar de stand van zaken op 7 april 2008, met dien verstande dat het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten dat per 1 mei 2008 in werking is getreden wel is verwerkt.

artikel 21 AOW, artikel 47 Anw en artikel 21a AKW

Besluit beleidsregels SVB 2008

Naar boven