Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
Gezinsleden en nagelaten betrekkingen van Marokkaanse, Algerijnse, Tunesische en Turkse werknemers moeten op dezelfde wijze als een Nederlander worden behandeld. Dit geldt zolang de werknemers en hun gezinsleden of nagelaten betrekkingen in de EU wonen. Zij komen dus evenzeer, ongeacht hun nationaliteit, voor de nationale overgangsvoordelen in aanmerking voor zover zij voldoen aan de wooneisen van de artikelen 55 en 56 AOW. Tevens kunnen zij de overgangsvoordelen binnen de EU exporteren. Uit het arrest van het HvJ EG van 3 oktober 1996 (Hallouzi), wordt door de SVB evenwel afgeleid dat zodra de werknemer en/of het gezinslid of de nagelaten betrekking zich buiten de EU vestigt, de verplichting tot gelijkstelling van de nationaliteit tot een einde komt. De toegekende overgangsvoordelen kunnen dus niet worden geëxporteerd buiten het grondgebied van de EU.
Voor de vraag welke personen als gezinslid of nagelaten betrekking worden aangemerkt zie Deel II, Reikwijdte van de non-discriminatiebepalingen ten aanzien van gezinsleden, SB2166.
De tekst van de beleidsregels is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 1 juni 2011. De beleidsregels zijn nog niet aangepast aan de inwerkingtreding van de EG-Verordeningen 883/2004 en 987/2009 per 1 mei 2010.
Besluit beleidsregels SVB 2011
Huidige versie: 5