Beleidsregel
Hetgeen hiervoor is gesteld ten aanzien van
ingezetenschap laat onverlet dat de praktijk van de beoordeling zeer sterk steunt op de
vraag of de betrokkene al of niet ingeschreven staat bij de GBA in een bepaalde periode.
Bijvoorbeeld: indien verzekerde tijdvakken voor de AOW moeten worden vastgesteld wordt
aangenomen dat de betrokken persoon in beginsel niet langer ingezetene is vanaf het moment
dat hij zich uit de GBA laat uitschrijven naar het buitenland. Dit wil echter niet zeggen
dat geen van de GBA-indicatie afwijkende periodes van ingezetenschap kunnen worden
aangenomen. Nader onderzoek zal worden verricht indien de SVB over aanwijzingen beschikt die
duiden op een van de GBA-indicatie afwijkende situatie, dan wel wanneer de betrokkene daar
uitdrukkelijk om verzoekt.
De inschrijving bij de GBA en de codering in
de GBA van de verblijfsrechtelijke status van de belanghebbende zijn ook van bijzondere
betekenis bij de uitvoering van de Koppelingswet. Bij de toepassing van de Koppelingswet
gelden enkele bijzondere regels.
Ten aanzien van een vreemdeling die
zonder verblijfstitel in de GBA is opgenomen wordt er niet zonder meer van uitgegaan dat hij
niet over een verblijfstitel beschikt. Deze vreemdeling wordt voordat de uitkering wordt
geweigerd of de betaling ervan wordt opgeschort, in de gelegenheid gesteld aan te tonen dat
de Vreemdelingendienst heeft vastgesteld dat hij rechtmatig in Nederland verblijft. Slaagt
de vreemdeling daarin niet of reageert hij niet binnen de door de SVB gestelde termijn, dan
gaat de SVB ervan uit dat hij niet over een verblijfstitel beschikt. De SVB is van oordeel
dat zij niet de bevoegdheid heeft zelfstandig de rechtmatigheid van verblijf van een
vreemdeling in Nederland vast te stellen.
Voor onderdanen van de Europese
Unie (EU), de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland geldt een bijzondere regel.
De SVB leidt uit het arrest Martinez Sala van het HvJ EG af dat deze personen, indien zij
bevoegd zijn op Nederlands grondgebied te verblijven, onder dezelfde voorwaarden als
personen met de Nederlandse nationaliteit verzekerd zijn op grond van de volksverzekeringen
of recht hebben op Nederlandse socialeverzekeringsuitkeringen, ongeacht of zij in het bezit
zijn van een geldig document waaruit hun verblijfsrecht blijkt. Indien een onderdaan van de
EU, de EER of Zwitserland zonder verblijfstitel in de GBA is opgenomen, wordt van deze
persoon dan ook niet gevraagd aan te tonen dat de Vreemdelingendienst heeft vastgesteld dat
hij rechtmatig in Nederland verblijft. De SVB gaat ervan uit dat de betrokkene op grond van
Europese regelgeving een rechtstreeks verblijfsrecht in Nederland heeft, tenzij een bevoegde
instantie op het gebied van verblijfsrecht aan de SVB meldt dat er sprake is van
onrechtmatig verblijf.
Grondslag
De tekst van de beleidsregels internationaal is afgesloten naar de stand van de wetgeving en jurisprudentie op 1 mei 2012. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (het deel AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, MKOB, TOG, TAS en TNS, en de delen Awb en Overige onderwerpen) is niet aangepast.
Besluit beleidsregels internationaal SVB 2012