Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
Beschikt een ingezetene niet over een verblijfsvergunning, dan moet worden onderscheiden tussen de situatie vóór 1 juli 1998 en de situatie vanaf deze datum. Vóór 1 juli 1998 was verzekering op grond van ingezetenschap bij het ontbreken van een verblijfsvergunning mogelijk als uit de overige omstandigheden bleek van het bestaan van een persoonlijke band van duurzame aard met Nederland.
Sinds de inwerkingtreding van de Koppelingswet op 1 juli 1998 kan een persoon die niet onvoorwaardelijk tot Nederland is toegelaten in de regel niet meer verzekerd zijn op grond van ingezetenschap. Op grond van de uitspraak van de CRvB van 26 juni 2001 dient toepassing van deze regel achterwege te blijven ten aanzien van personen die direct voorafgaand aan 1 juli 1998 in Nederland verzekerd waren en aan wie het verblijf in Nederland sedert 1 juli 1998 in afwachting van een beslissing op een verzoek om toelating is toegestaan. Vanaf het moment dat definitief negatief is beslist op het verzoek om toelating is deze persoon op grond van de Koppelingswet uitgesloten van verzekering (zie CRvB 24 juli 2002).
De tekst van de beleidsregels is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 1 juni 2011. De beleidsregels zijn nog niet aangepast aan de inwerkingtreding van de EG-Verordeningen 883/2004 en 987/2009 per 1 mei 2010.
Artikel 6, tweede en vierde lid AOW, artikel 6, tweede en vierde lid AKW en artikel 13, tweede en vijfde lid Anw
Besluit beleidsregels SVB 2011
Huidige versie: 5