Onderwerp: Bezoek-historie

Vanwege onderwijs of een beroepsopleiding lessen of stages volgen gedurende ten minste 213 klokuren per kwartaal (SB1016)
Geldigheid:03-06-2007 t/m 14-06-2008Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Van onderwijs of een beroepsopleiding in de zin van de AKW en de Anw is volgens het beleid van de SVB en de stand van de jurisprudentie van de CRvB sprake wanneer is voldaan aan de volgende criteria:

  • deskundige begeleiding of toezicht door de onderwijsinstelling;
  • voorbereidend op enig examen, resulterend in een diploma of getuigschrift;
  • de mogelijkheid tot het beroepsmatig verrichten van activiteiten overeenkomstig de opleiding;

Algemeen vormend onderwijs dat wordt afgesloten met een examen resulterend in een diploma of getuigschrift en dat toegang geeft tot vervolgonderwijs of dat als minimumvereiste geldt voor een functie of beroep, wordt als onderwijs in de zin van de AKW aangemerkt. Voorbeelden hiervan zijn MAVO, HAVO, VWO en daarmee vergelijkbare buitenlandse vormen van algemeen vormend onderwijs.

Praktische lessen of werkzaamheden worden als opleiding beschouwd voor zover deze een verplicht karakter hebben en een integrerend onderdeel van de theoretische opleiding vormen. Ook de cursus Nederlands als tweede taal (NT2) wordt door de SVB als onderwijs in de zin van de AKW aangemerkt, voor zover deze cursus wordt gevolgd in het kader van de Wet inburgering nieuwkomers.

Als het onderwijs niet aan de bovenstaande criteria voldoet, maar dient als noodzakelijke voorbereiding op ander onderwijs dat wel aan de criteria voldoet, wordt deze vooropleiding volgens de jurisprudentie van de CRvB ook als onderwijs in de zin van de AKW aangemerkt.

De SVB stelt de eis van deskundige begeleiding of toezicht door de onderwijsinstelling niet ingeval kinderen niet naar school gaan maar leren onder begeleiding van hun ouders of verzorgers. Dit onderwijs wordt alleen als onderwijs in de zin van de AKW aangemerkt indien het is onderworpen aan het toezicht van de onderwijsinspectie.

Voor kinderen van 16 en 17 jaar bestaat er krachtens de AKW recht op kinderbijslag, indien zij onderwijs volgen. Voorts heeft een wees ouder dan 16 jaar doch jonger dan 21 jaar recht op een wezenuitkering, indien het onderwijs volgt.

Voor deze onderwijs volgende kinderen wordt in de AKW en de Anw een klokuren-criterium gehanteerd, dat inhoudt dat in verband met onderwijs of een beroepsopleiding gedurende gemiddeld ten minste 213 klokuren per kwartaal lessen of stages door het kind gevolgd moeten worden. Onder ‘klokuur’ wordt door de SVB verstaan 60 minuten onderwijs. Om het gemiddeld aantal klokuren per kwartaal te bepalen, hanteert de SVB de volgende berekeningswijze: voor opleidingen die één of meerdere schooljaren duren wordt het gemiddelde aantal klokuren berekend over het gehele schooljaar. Voor opleidingen die korter dan één schooljaar duren wordt berekend hoeveel uren het kind heeft gevolgd in het desbetreffende kwartaal. Indien niet wordt voldaan aan het vereiste aantal klokuren, dan kan eventueel toch recht op kinderbijslag bestaan indien sprake is van een van de limitatief genoemde uitzonderingen in de Regeling klokuren 1998.

Voor een kind kan geen recht op kinderbijslag ontstaan indien er een recht op studiefinanciering bestaat of daartoe een aanvraag is gedaan waarop nog niet onherroepelijk is beslist. Een recht op wezenuitkering kan wel samenlopen met studiefinanciering.

Voor kinderen jonger dan 16 jaar kan recht op tweevoudige kinderbijslag bestaan indien zij in verband met het volgen van onderwijs of een beroepsopleiding uitwonend zijn. Voor de vraag of sprake is van het volgen van onderwijs voor deze categorie kinderen, is het wettelijke klokurenvereiste niet van toepassing. Uit een uitspraak van de CRvB van 13 augustus 2004 volgt dat recht op tweevoudige kinderbijslag bestaat als het kind regulier dagonderwijs volgt dat substantieel van omvang is en in overeenstemming is met de wettelijke voorschriften omtrent de leerplicht en de inrichting van het regulier onderwijs in het woonland. Als wettelijke leerplichtvoorschriften ontbreken, geldt als voorwaarde dat het onderwijs voldoet aan de normen van het land voor regulier dagonderwijs. De SVB gaat ervan uit dat het onderwijs van voldoende omvang is in de zin van deze criteria, als het kind voldoet aan het klokurenvereiste. In de praktijk wordt het klokurenvereiste dus wel gehanteerd. Hierbij zij aangetekend dat als het onderwijs niet aan dit vereiste voldoet, niettemin recht op tweevoudige kinderbijslag kan bestaan als nader onderzoek heeft uitgewezen dat wordt voldaan aan de criteria zoals geformuleerd door de CRvB in zijn uitspraak van 13 augustus 2004.

Voor 18-jarigen en ouder is de kinderbijslag afgeschaft. Voor schoolgaande kinderen die onder deze categorie vallen, is een overgangsregeling getroffen. Deze houdt in dat de schoolgaande kinderen die op 30 september 1995 17 jaar of ouder waren, in het vierde kwartaal van 1995 kinderbijslag ontvingen en aan het klokurencriterium voldeden, voor de duur van hun opleiding het recht op kinderbijslag behouden voor zover zij dezelfde soort opleiding van hetzelfde soort onderwijs blijven volgen.

De SVB leidt uit de jurisprudentie af dat bij een tijdelijke onderbreking van de opleiding veroorzaakt door bijvoorbeeld studie-overgang of ziekte het kind nog geacht wordt onderwijs te volgen. Onderbreking van de studie wegens ziekte of studie-overgang gedurende minder dan zes maanden kan het recht op kinderbijslag of wezenuitkering niet beïnvloeden.

Grondslag

Deze Beleidsregels zijn gebaseerd op de volgende wetsartikelen, zoals die luidden op 4 april 2007.

artikel 26, lid 2 onder a Anw, artikel 7, lid 2 onder a, artikel 7, lid 3, onder a sub
i, artikel 7a AKW, artikel 2 Regeling klokuren 1998

Besluit beleidsregels SVB 2007

Naar boven