Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3581/GB, 25 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:25-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/3581/GB

Betreft: [klager] datum: 25 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Herregodts, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 november 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuwegein ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 4 juni 2010 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b) Alphen aan den Rijn. Op 1 november 2010 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is voorafgaande aan zijn plaatsing in de gelegenheid gesteld drie voorkeursinrichting op te geven. Vanuit het h.v.b. Alphen aan den Rijn waar hij op dat moment verbleef is hem medegedeeld dat als hij voor de gevangenis Alphen aan den Rijn wilde
worden geselecteerd, hij slechts die inrichting op hoefde te geven. Dit omdat volgens een medewerker van het Bureau Selectie- en Detentiebegeleiding (BSD) plaatsing in de gevangenis op dat moment gewoon mogelijk was en een alternatief derhalve niet
nodig was. Klager heeft dan ook geen alternatieven opgegeven. Tot zijn verbazing werd hij geselecteerd voor de p.i. Nieuwegein. Wanneer klager beter zou zijn voorgelicht, zou hij ook twee andere inrichtingen hebben opgegeven. Klager is ermee bekend dat
instemming van de gedetineerde met de plaats van tenuitvoerlegging wettelijk niet is vereist, maar de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf dient wel zoveel mogelijk dienstbaar te worden gemaakt aan een terugkeer in de maatschappij. Plaatsing in een
inrichting van voorkeur in de buurt van familie draagt daaraan bij. In dit geval is klagers enige mogelijkheid tot beïnvloeding van de plaatsingsbeslissing hem ontnomen door een verkeerde voorlichting van het BSD.
Namens klager wordt verzocht de beslissing te heroverwegen en klager de gelegenheid te bieden twee alternatieven voor plaatsing op te geven welke betrokken worden bij de selectiebeslissing.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Namens klager wordt aangegeven dat klager verkeerde informatie van het BSD heeft gekregen. Daarvoor is de selectiefunctionaris echter niet verantwoordelijk. Op grond van de ontvangen informatie en de capaciteitsbenutting is de beslissing genomen klager
te selecteren voor de p.i. Nieuwegein. Deze beslissing en de ongegrondverklaring van het bezwaar kunnen niet als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt.

4. De beoordeling
Een gedetineerde die bezwaar heeft tegen een selectieadvies dat is opgesteld met het oog op een plaatsing in of overplaatsing naar een penitentiaire inrichting en over dat advies een beklag instelt bij de beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht,
zal in dat beklag niet-ontvankelijk worden verklaard omdat het selectieadvies in het kader van de procedure als bedoeld in artikel 73 van de Pbw ter beoordeling staat.

Klager heeft in beroep gesteld dat hij door het BSD bij de voorbereiding van zijn plaatsing verkeerd is voorgelicht en dat dit heeft geleid tot een onjuistheid in het selectieadvies. In de nadere toelichting van de selectiefunctionaris wordt
daaromtrent
overwogen dat de selectiefunctionaris niet verantwoordelijk is voor eventuele onjuiste informatie die door het BSD gegeven wordt. Nu dit betekent dat naar de vraag of klager verkeerd is voorgelicht geen nader onderzoek is ingesteld, is de
beroepscommissie van oordeel dat ter zake van een verweer als hier bedoeld niet met een dergelijke overweging kan worden volstaan. De bestreden beslissing dient daarom te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe
beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 25 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven