Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2936/GA, 22 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:22-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2936/GA

betreft: [klager] datum: 22 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

gericht tegen een uitspraak van 1 oktober 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 februari 2011, gehouden in de locatie De Berg te Arnhem, zijn gehoord klager en, namens de directeur van voormelde p.i. [...], juridisch medewerker bij de p.i. Ter Apel.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft – voor zover in beroep aan de orde – het insluiten gedurende de tijd dat medegedetineerden, die deelgenomen hebben aan de arbeid, na terugkeer van de arbeid nog niet worden ingesloten en zich vrijelijk over de afdeling mogen begeven.

De beklagrechter heeft het beklag – voor zover in beroep aan de orde – gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In het dagprogramma zijn dagdelen ingeruimd voor de arbeid. Daarin staat niet opgenomen dat er aansluitend nog een (kleine) periode voor recreatie zou zijn. Reden dat de deelnemers aan de arbeid niet direct worden ingesloten bij terugkeer van de arbeid
is, dat deze personen feitelijk te vroeg terugkeren van de arbeid. Volgens het dagprogramma eindigt de activiteit arbeid om 17.00 uur. Feitelijk wordt al om 16.30 uur gestopt. Tijdens de tijd dat de gedetineerden nog niet worden ingesloten kunnen de
andere gedetineerden, die wel ingesloten zijn, niet uitgesloten worden. Daarvoor beschikt de inrichting over te weinig personeel. Bij de invoering van het programma ‘Modernisering Gevangeniswezen’ is het personeelsbestand verkleind. Als wij alle
gedetineerden zouden uitsluiten aan het einde van de arbeidstijd, dan wordt niet voldaan aan de minimale eisen ten aanzien van aanwezig personeel. Met ingang van 1 februari 2011 is een en ander gewijzigd in die zin, dat nu de arbeid ook feitelijk tot
17.00 uur duurt. Klager kreeg overigens over de volle voor de arbeid gereserveerde tijd wachtgeld uitgekeerd.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In andere inrichtingen worden de gedetineerden die niet deelnemen aan de arbeid bij terugkomst van de deelnemers aan de arbeid uitgesloten. Kennelijk was er alleen in de p.i. Ter Apel een probleem met het personeelsbestand. Klager heeft – mede door de
in Ter Apel gehanteerde praktijk – soms meer dan vierentwintig uur achter de deur moeten blijven. Klager meent dat het uitkeren van wachtgeld niet opweegt tegen het ingesloten moeten blijven. Klager vraagt zich af waarom de directeur niet naar een
eerlijker oplossing heeft gezocht. Zo zou voorstelbaar zijn dat de mensen die aan de arbeid deelnemen zich 15 minuten over de afdeling mogen bewegen en daarna de mensen die ingesloten waren tijdens de arbeid ook 15 minuten.

3. De beoordeling
Vastgesteld kan worden dat klager, die op de wachtlijst stond voor deelname aan de arbeid, tijdens de voor de arbeid in het dagprogramma gereserveerde tijd was ingesloten. Ook kan worden vastgesteld dat de aan de arbeid deelnemende gedetineerden een
half uur voor het in het dagprogramma vastgestelde einde van de arbeidstijd (17.00 uur) terugkeerden op de verblijfsafdeling en zich daar (feitelijk) gedurende de resterende arbeidstijd vrijelijk over de afdeling mochten bewegen. Op grond van artikel
20, tweede lid, van de Pbw, kunnen gedetineerden worden verplicht zich gedurende activiteiten waaraan zij niet deelnemen, in hun verblijfsruimte op te houden. Blijkens de inlichtingen van de directeur eindigde de arbeidstijd formeel om 17.00 uur, maar
keerden de gedetineerden van klagers verblijfsafdeling om organisatorische redenen steeds een half uur eerder terug van de arbeid. Uitgangspunt dient te zijn dat gedetineerden die in een regime van algehele gemeenschap verkeren, zich tijdens de
momenten
van het dagprogramma dat er geen activiteiten zijn tezamen in woon- en werkruimten bevinden. Nu de activiteit arbeid feitelijk eindigde om 16.30 uur en er op dat moment geen andere activiteit was voorzien, had de directeur alle op de betreffende
afdeling verblijvende gedetineerden in de gelegenheid moeten stellen om zich vrijelijk in de woon- en werkruimten te bewegen. Dat zou slechts anders zijn als die feitelijke inkorting van de activiteit arbeid zou zijn veroorzaakt door overmacht van de
zijde van de directeur. Van een dergelijke overmacht is niet gebleken. Hetgeen door de directeur naar voren is gebracht omtrent de afwezigheid van voldoende personeel om alle gedetineerden dan uit te sluiten, levert geen overmacht op en de gevolgen
daarvan mogen niet op de gedetineerden worden afgewenteld. Het vorenstaande maakt dat hetgeen in beroep naar voren is gebracht – voor zover een en ander is komen vast te staan – niet kan leiden tot - voor zover in beroep aan de orde – een andere
uitspraak dan die van de beklagrechter. Het beroep van de directeur zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt – voor zover in beroep aan de orde – de uitspraak van de beklagrechter, met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 22 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven