Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3006/TB, 21 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:21-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/3006/TB

betreft: [klager] datum: 21 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen a) een beslissing van de toenmalige Minister van Justitie van 25 augustus 2010 tot overplaatsing van klager naar het FPC De Kijvelanden te Rhoon en b) de fictieve weigering van de toenmalige Minister van Justitie c.q. de Staatssecretaris
van Veiligheid en Justitie om klagers zogenaamde RIP- of sterretjesstatus opnieuw te beoordelen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. E.I.B. Hoffman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Met betrekking tot a):
Ingevolge artikel 69, eerste en vierde lid Bvt juncto artikel 58, vijfde lid Bvt dient het beroepschrift tegen een beslissing tot plaatsing of overplaatsing uiterlijk op de zevende dag na die van de ontvangst van het afschrift van die beslissing te
worden ingediend.
Als dag van indiening geldt de dag waarop het beroepschrift door het secretariaat van de beroepscommissie wordt ontvangen, dan wel de dag die door of namens het hoofd van de inrichting is gestempeld op het beroepschrift of de enveloppe waarin dit wordt
verzonden.
Een na afloop van de termijn van zeven dagen ingediend beroepschrift is niettemin ontvankelijk, indien blijkt dat het beroepschrift zo spoedig is ingediend als redelijkerwijs van de indiener van het beroep kon worden verlangd.

De beslissing waarvan beroep dateert van 25 augustus 2010. Op 27 augustus 2010 is klager overgeplaatst naar FPC De Kijvelanden. Het beroepschrift dateert van 18 oktober 2010 en is op het secretariaat van de Raad ontvangen op 19 oktober 2010. Niet
aannemelijk is geworden dat het beroepschrift zo spoedig is ingediend als redelijkerwijs van klager kon worden verlangd. Klager heeft, gelet op het vorenstaande, niet tijdig beroep ingesteld.
Klager kan om die reden op dit punt niet in zijn beroep worden ontvangen.

Met betrekking tot b):
Ten aanzien van de fictieve weigering om klagers zogenaamde RIP- of sterretjesstatus opnieuw te beoordelen, is er geen sprake van overschrijding van de beroepstermijn en kan klager op dit punt formeel worden ontvangen in het beroep.

Ten aanzien van de materiële ontvankelijkheid overweegt de beroepscommissie dat tegen het uitblijven van de herbeoordeling van de RIP- of sterretjesstatus de wetgever geen mogelijkheid van beroep heeft opengesteld. Overigens blijkt uit de stukken dat
regelmatig door de RIP-commissie advies wordt uitgebracht over de verlenging van de RIP-status en dat het meest recente advies dateert van 1 april 2010. De beroepscommissie zal klager op dit punt niet-ontvankelijk verklaren in het beroep.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager ten aanzien van a) en b) niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven