Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3758/GA, 15 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:15-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/3758/GA

betreft: [klager] datum: 15 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.M.G. Sussenbach, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 december 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Heerhugowaard Alkmaar,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de afwijzing van een verzoek om algemeen verlof.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft al drie maal verlof aangevraagd en meent dat zijn verzoek nu gehonoreerd moet worden. Verder is klager benaderd voor het opmaken van een TR rapportage, waarbij is medegedeeld dat hij geselecteerd zal worden voor deelname aan een leefstijl-
en een agressieregulatietraining.
Klager is hiertoe bereid. Ondanks diverse verzoeken van klager om met deze trainingen te beginnen is volstrekt onduidelijk wanneer dat zal gebeuren. Het einde van zijn straf komt in zicht en de vraag is of de duur van de resterende gevangenisstraf wel
ruimte laat voor het met goed gevolg afronden van deze trainingen. Klager kan hierdoor buiten zijn schuld niet de gestelde voorwaarden vervullen om voor verlof in aanmerking te komen.

De directeur heeft in reactie op het beroep aangegeven te persisteren bij het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. Dit luidt als volgt. Gelet op het negatieve advies van het openbaar ministerie en de rapportage van TR, alsmede de positieve
score op een urinecontrole is klagers aanvraag om algemeen verlof afgewezen.

3. De beoordeling
Klagers wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 4 november 2011. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. De beklagrechter
baseert zijn beslissing op de recidive terzake van ernstige feiten, het hiermee samenhangende gevaar voor maatschappelijke onrust bij verlofverlening en klagers positieve uitslag naar aanleiding van een urinecontrole. Deze omstandigheden merkt de
beroepscommissie aan als weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder b, c en i van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 15 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven