Nummer: 11/188/GB
Betreft: [klager] datum: 14 maart 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 20 januari 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 31 juli 2008 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie Zoetermeer. Op 6 januari 2011 is hij als passant geplaatst in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie De Schie, waarna hij op 25 januari 2011 is geplaatst in de gevangenis van
de locatie De Schie, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager verbleef al tweeënhalf jaar in een gevangenis en werd opeens overgeplaatst naar een h.v.b. Klager verbleef in de BGG Zoetermeer en werd geselecteerd voor overplaatsing naar de gevangenis van de locatie De Schie. Klager wilde niet worden
overgeplaatst naar die gevangenis. Vervolgens werd hij op 6 januari 2011 overgebracht naar het huis van bewaring aldaar. Klager kan zich met die overplaatsing naar de locatie De Schie niet verenigen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verbleef in de penitentiaire inrichting Leeuwarden in afwachting van zijn overplaatsing naar de locatie Zoetermeer. Klager is, terwijl dit in verband met een defect aan de overklimbeveiliging niet had mogen gebeuren, op 23 december 2010
overgeplaatst naar de locatie Zoetermeer. Klager staat op de lijst van gedetineerden met een vlucht- en maatschappelijk risico (GVM-lijst) en had, zolang de mankementen aan de beveiliging niet waren verholpen, niet in Zoetermeer mogen worden geplaatst.
Op 3 januari 2011 is klager overgeplaatst naar de locatie De Schie, een inrichting die wel geschikt is voor plaatsing van gedetineerden die vermeld staan op de GVM-lijst. Omdat hij met spoed moest worden overgeplaatst, is ervoor gekozen klager als
passant in het h.v.b. van de locatie De Schie te plaatsen. Daar is hij op 5 januari 2011 geplaatst, in afwachting van een plaats in de gevangenis aldaar. De selectiefunctionaris heeft met deze plaatsing getracht klager in de gewenste regio te plaatsen.
Daardoor was alleen de locatie De Schie een optie. Als de technische mankementen in Zoetermeer zijn opgelost, naar verwachting zal dat in week 9 van 2011 zijn, kan klager weer worden overgeplaatst naar de locatie Zoetermeer.
4. De beoordeling
4.1. Ten aanzien van het beroep tegen de plaatsing in de gevangenis van de locatie De Schie geldt het volgende. De gevangenis van de locatie De Schie is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal
beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Vaststaat dat klager staat vermeld op de zogenaamde GVM-lijst met de status hoog. Gedetineerden met een dergelijke status dienen, gelet op de specifieke beveiligingsvoorwaarden, slechts in bepaalde inrichtingen te worden geplaatst. Zowel de
gevangenis van de locatie Zoetermeer als de gevangenis van de locatie De Schie is een zodanig beveiligde inrichting.
De beslissing om klager te plaatsen in een voor gedetineerden met een dergelijke status bedoelde inrichting, is niet onredelijk of onbillijk te achten. Vervolgens moet worden beoordeeld of de overplaatsing naar de gevangenis van de locatie De Schie de
toets van de redelijkheid en billijkheid kan doorstaan. De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk geworden dat er, door een tijdelijk defect van de overklimbeveiliging in Zoetermeer, geen mogelijkheid was om klager daar langer te laten verblijven.
De selectiefunctionaris heeft er daarom voor gekozen om klager over te plaatsen naar de enige (nog) geschikte inrichting in de regio van klagers voorkeur, te weten de locatie De Schie. In dit geval mocht de selectiefunctionaris het algemeen belang van
een ongestoorde tenuitvoerlegging van klagers detentie zwaarder laten wegen dan de door klager aangevoerde privébelangen. Het vorenstaande in onderling verband en samenhang bezien, kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt, zeker nu de selectiefunctionaris heeft aangegeven dat de plaatsing in de locatie De Schie een tijdelijk karakter kan
hebben.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 14 maart 2011
secretaris voorzitter