Nummer: 10/3414/GB
Betreft: [klager] datum: 8 maart 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 11 november 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Alphen aan den Rijn afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 14 mei 2008 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting Krimpen aan den IJssel.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klagers vrouw en dochter zijn aan het verhuizen. Zij gaan in de buurt van Alphen aan den Rijn wonen. Overplaatsing zou daarom beter zijn voor klagers bezoek. Bovenden heeft klager in Krimpen aan den IJssel ruzie en problemen met andere gedetineerden.
Hij voelt zich daar niet veilig en is niet het type om naar de bewaarders te gaan om bijvoorbeeld te melden dat hij niet naar de zaalsport durft. Klager zit een lange straf uit en wil dit graag zonder problemen doen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De inrichting adviseert negatief omdat klager een jaar geleden op eigen verzoek in Krimpen aan den IJssel is geplaatst. Klager gaat akkoord met dit negatieve advies waardoor het overplaatsingsverzoek wat onbegrijpelijk wordt. Mocht klager nog steeds
overgeplaatst willen worden, dan kan hij wederom een verzoek daartoe doen. In dat verzoek dient hij zich wat meer te focussen op de voor hem onveilige situatie binnen de inrichting.
4. De beoordeling
De selectiefunctionaris geeft aan dat nu klager akkoord is gegaan met een negatief advies van de inrichting, het onduidelijk is of klager nu wel of niet overgeplaatst wil worden.
De beroepscommissie is van oordeel dat de door de selectiefunctionaris gegeven motivering erop neerkomt dat niet inhoudelijk op het verzoek is beslist. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden
opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 8 maart 2011
secretaris voorzitter