Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2741/TA, 10 februari 2011, beroep
Uitspraakdatum:10-02-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2741/TA

betreft: [klager] datum: 10 februari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 september 2010 van de beklagcommissie bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het alleen toestaan van begeleid recreatief verlof,
b. het niet doorgaan van het recreatief verlof op 3 juli 2010 en het werkverlof van 5 juli 2010,
c. het kapotmaken van klagers relatie met zijn vriendin.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt, zakelijk weergegeven, als volgt toegelicht.
De inrichting liegt en bedriegt. De beklagcommissie neemt die leugens over en zet klager daardoor als leugenaar neer. Klager wordt daardoor ernstig gediscrimineerd en zijn mensenrechten worden geschonden, terwijl hij als onschuldige door gerechtelijke
dwalingen en machtsmisbruik van justitie vastzit. Het is een voortdurende hetze van gerechtelijke dwalingen en machtsmisbruik, dat hem ten onrechte blijvend wordt aangedaan. Hij accepteert en tolereert dat niet. Het is een leugen dat hij geen recht op
verlof heeft. Hij had transmuraal verlof en is op grond van leugens met zes man op zijn werk opgehaald. Klager begrijpt niet waarom hij alleen begeleid recreatief verlof mag. Het is slecht voor zijn gezondheid dat hij niet mag sporten. Hij gebruikt
geen
drank en/of drugs.
Wat betreft het kijken naar de Tour de France heeft men niet goed geluisterd naar zijn verweer dat hij door afsluiting van het parcours vast was komen te zitten en geen andere keuze had dan te blijven kijken. Hij had geen telefoon meegekregen en was
dus
niet bereikbaar.
De inrichting heeft zijn relatie onmogelijk en daardoor kapot gemaakt en is daarom medeverantwoordelijk voor de omstandigheid dat hij voor € 20.000,= is opgelicht. De inrichting moet hem dat bedrag terugbetalen of aangifte doen tegen zijn ex-vriendin.
Hij accepteert de reactie van de inrichting op het beroep daarom niet. Er lopen ook nog andere zaken van klager tegen de inrichting, waarbij de onderste steen boven moet komen.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep verwezen naar het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. De uitspraak van de beklagcommissie wordt onderschreven.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie ten aanzien van de klachtonderdelen a. en b. niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Hierbij is in aanmerking genomen dat noch in de Bvt noch in
andere wet- of regelgeving een recht op verlofverlening is neergelegd. In de Bvt is evenmin een rechtsmiddel tegen het niet verlenen van kortdurend begeleid en onbegeleid verlof neergelegd. Volgens artikel 56, tweede lid, Bvt staat alleen beklag open
tegen de intrekking van transmuraal verlof en proefverlof.
Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard.

Met betrekking tot klachtonderdeel c. wordt overwogen dat klagers stelling dat de inrichting de relatie met zijn vriendin onmogelijk en daardoor kapot heeft gemaakt, kan worden opgevat als een beroep op schending van het recht op ‘family-life’ als
bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Klager kan daarom in zijn klacht worden ontvangen op grond van artikel 56, eerste lid, onder e, Bvt.

Vast staat dat klagers transmuraal verlof is ingetrokken, onder meer omdat klager een relatie met zijn vriendin is aangegaan. Daarover is bij de inrichting onrust ontstaan gezien klagers indexdelict. Klager wilde met zijn vriendin in Thailand trouwen
en
heeft grote sommen geld aan haar overgemaakt. Verscheidene keren is geprobeerd met klager te bespreken dat het gedragspatroon overeenkomsten met zijn indexdelict vertoont en vraagtekens gezet kunnen worden bij de intentie van zijn vriendin, maar klager
meent dat het dit keer anders is. Ondanks de ongerustheid van de inrichting, is klager niet beperkt in de contactmogelijkheden met zijn vriendin. Binnen de inrichting is het contact met de buitenwereld beperkter, maar het is niet zo dat de inrichting
het contact tussen klager en zijn vriendin beperkt in die zin dat hij geen bezoek van haar mag ontvangen of geen telefonisch contact mag onderhouden. De vriendin van klager is uitgenodigd voor een screening.
Onder genoemde omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat de inrichting klagers relatie onmogelijk en daarmee kapot heeft gemaakt. De omstandigheid dat klager dat anders ziet, kan niet tot een ander oordeel leiden.
Het beklag zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de klachtonderdelen a. en b. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre.

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van beklagonderdeel c., verklaart klager daarin alsnog ontvankelijk, maar verklaart dit beklagonderdeel ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 10 februari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven