Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2507/GA, 26 januari 2011, beroep
Uitspraakdatum:26-01-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2507/GA

betreft: [klager] datum: 26 januari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Grave,

gericht tegen een uitspraak van 19 augustus 2010 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 december 2010, gehouden in de p.i. Vught, is klager gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.W.G.M. Kral.
De directeur van de p.i. Grave heeft laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van zes dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel zonder televisie, wegens een positieve score op THC en het feit dat klager de kosten van het herhalingsonderzoek ad. € 10,= terug zou
krijgen van de directeur.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en bepaald dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 55,=.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
Een herhalingsonderzoek is een onderzoek dat volgens dezelfde dan wel een vergelijkbare methode verloopt als bij het aanvankelijke onderzoek, uitgevoerd op een identiek urinemonster. Het herhalingsonderzoek biedt een beschermende functie voor de
gedetineerde. Klager scoorde bij de urinecontrole een waarde van 54 op THC. Bij het herhalingsonderzoek scoorde hij een waarde van 40 op THC. Klager wenste geen gebruik te maken van een bevestigingsonderzoek. Bij een waarde vanaf 25 op THC is er sprake
van drugsgebruik. Door de urinecontrole is vastgesteld dat klager drugs heeft gebruikt. Dat blijkt ook uit het herhalingsonderzoek. De opgeschorte straf is daarom ten uitvoer gelegd. De kosten van het herhalingsonderzoek komen voor rekening van de
gedetineerde, tenzij er geen sprake is van ongeoorloofd gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen. Vanaf een waarde van 50 op THC is het beleid dat er disciplinair wordt gestraft. Gezien de waarden van 54 en 40 is aangetoond dat klager drugs heeft
gebruikt. Volgens het laboratorium is het gebruikelijk dat het tweede monster een iets lagere score heeft dan het eerste monster. De urine is ouder en ingevroren geweest. Dat de waarde daalt bij het invriezen van de urine is geen feit van algemene
bekendheid. Klager heeft binnen drie maanden in detentie softdrugs gebruikt. Met betrekking tot de kosten wordt verwezen naar artikel 6 van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen en artikel 6.3 van de Huisregels van de p.i. Grave. De
kosten van een herhalingsonderzoek komen in beginsel voor de gedetineerde, tenzij er geen sprake is van ongeoorloofd gebruik van drugs. Nu klager bij het herhalingsonderzoek een waarde van 40 heeft gescoord op THC is sprake van drugsgebruik. De kosten
van het herhalingsonderzoek komen daarom voor klagers rekening.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Een herhalingsonderzoek moet betekenis hebben. Een score van 40 op THC is geen strafwaardige norm waarop een sanctie kan volgen. Klager heeft eerder wel softdrugs gebruikt, maar daarna niet meer. Voor het eerdere softdrugsgebruik is klager ook
disciplinair gestraft. De waarden van hetzelfde urinemonster zijn 54 en 40. De directeur heeft niet deugdelijk kunnen onderbouwen waarom de uitslagen van dezelfde urine zo verschillend zijn.

3. De beoordeling
In het landelijk drugsontmoedigingsbeleid is op basis van wetenschappelijke inzichten een norm vastgelegd voor de uitkomst van een urinecontrole op grond waarvan al dan niet wordt gesanctioneerd. Ten aanzien van softdrugs is in het landelijk geldende
drugsontmoedigingsbeleid opgenomen dat een positieve uitslag op THC tot een waarde van 50ng/ml wordt geregistreerd, maar dat niet wordt gesanctioneerd. Dit vanwege de zeer lange halfwaardetijd van THC. Een dalende waarde wordt dan beschouwd als
niet-gebruik. Klager en de directeur hebben aangegeven dat klager eerder softdrugs heeft gebruikt. Daarvoor is klager destijds ook disciplinair gestraft. Nu niet uitgesloten kan worden dat in dit geval sprake is van afbouw van de THC-waarde, zal het
beroep van de directeur ongegrond worden verklaard. Hierbij heeft de beroepscommissie in aanmerking genomen dat de directeur zijn standpunt dat het invriezen van urine de uitslag beïnvloedt niet (wetenschappelijk) heeft onderbouwd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. H. Heijs en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 26 januari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven