Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1744/GA, 11 januari 2011, beroep
Uitspraakdatum:11-01-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1744/GA

betreft: [klager] datum: 11 januari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 2 juli 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Zuyder Bos in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het te laat uitreiken van een dagvaarding, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Hij heeft geen eerlijk proces gehad door nalatigheid van de inrichting en het arrondissementsparket Haarlem. Beide partijen hebben zich schuldig gemaakt aan belemmering van de rechtsgang waardoor klager
geen
getuigen of deskundigen kon laten oproepen of bezwaar kon maken. Hij heeft het recht om stukken in te zien. Beide partijen hebben dit onmogelijk gemaakt. Zij zullen de kwestie moeten herstellen.

De directeur heeft aangegeven dat klager ter zitting van de beklagrechter heeft meegedeeld dat hij met de uitspraak van de beklagrechter voldoende gecompenseerd is voor het door hem geleden ongemak.

3. De beoordeling
Vast staat dat een dagvaarding voor een terechtzitting van 12 maart 2010 per fax in de inrichting is ontvangen op 4 maart 2010 en vervolgens op 10 maart 2010 aan klager is overhandigd. Het beklag over het feit dat de dagvaarding niet onverwijld is
uitgereikt, is gegrond verklaard. De dagvaarding is alsnog aan klager uitgereikt maar niet kan worden aangenomen dat daarmee de gevolgen van het verzuim ongedaan zijn gemaakt. Die gevolgen moeten in het bijzonder aan de orde komen bij de behandeling
van de strafzaak maar dat sluit niet uit dat in het kader van onderhavige procedure tegemoetkoming aan klager geboden is. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard waarbij de beroepscommissie alsnog een tegemoetkoming vaststelt van € 75=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 75,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 januari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven