Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2773/GV, 6 januari 2011, beroep
Uitspraakdatum:06-01-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2773/GV

betreft: [klager] datum: 6 januari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 september 2010 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft positief geadviseerd en het verlofadres (het adres van de ouders van klager) is goedgekeurd. Klagers ouders zijn nooit in aanraking geweest met politie. Er is sprake van strijd met het gelijkheidsbeginsel, nu een
medeverdachte al met een enkelbandje thuiszit. Klager heeft zich in detentie netjes gedragen. Hij is Gedeco-lid.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op grond van de negatieve adviezen is het verlofverzoek afgewezen. Inhoudelijk wordt daarnaar verwezen. Inmiddels is op een nieuw verlofverzoek positief beslist.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichtingen Grave heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag aangezien klagers gedrag de laatste twee en een halve maand in negatieve zin is veranderd. Daarvoor is klager tweemaal disciplinaire
gestraft.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Den Bosch heeft positief geadviseerd.
Het veiligheidshuis Noord-Limburg adviseert negatief. Het verlofadres is geverifieerd, maar niet in orde bevonden. Het verlofadres is moeilijk te omschrijven als rustig en betrouwbaar. De kans is aannemelijk dat klager in die omgeving mogelijk
terugvalt
in het plegen van strafbare feiten. Verlof in die omgeving kan maatschappelijke onrust teweegbrengen. Klager heeft met mededaders afspraken gemaakt om homo’s af te persen met het oogmerk om overvallen voor te bereiden en te plegen. Dergelijke
overvallen
hebben ook plaatsgevonden.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 4 jaar met aftrek, wegens diefstal met geweldpleging. Tevens is hij veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 3.3663,30, eventueel te vermeerderen met rente. Zijn v.i.-datum valt op of omstreeks
23 september 2011.

Uit het dossier blijkt dat klager op 14 september 2010 een verlofverzoek heeft ingediend. In het kader daarvan zijn adviezen opgevraagd en bijgevoegd. Inmiddels is een nieuw verlofverzoek ingewilligd en klager verblijft sinds 15 december 2010 in een
beperkt beveiligde inrichting waardoor hij recht heeft op regimiaire verloven. De overwegingen in het advies van het Veiligheidshuis zijn meer geformuleerd als mogelijke dan als reële risico’s. Gezien het vorenstaande is de beroepscommissie in dit
geval
van oordeel dat geen goede belangenafweging is gemaakt tussen het belang van een goede tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf en het belang van klager om zich voor te bereiden op de terugkeer in de maatschappij. Klager zal immers, zo volgt
uit het advies, na zijn detentie bij zijn ouders in Venlo verblijven. Gelet daarop kan de bestreden beslissing niet in stand blijven. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. Nu het gemiste verlof ingehaald kan worden, acht de beroepscommissie
geen termen aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op om in samenspraak met de directeur van de locatie Maashegge te Overloon een nieuwe beslissing te nemen
met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst hiervan.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 6 januari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven