Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1653/TA, 24 november 2010, beroep
Uitspraakdatum:24-11-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1653/TA

betreft: [klager] datum: 24 november 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 juni 2010 van de beklagcommissie bij De Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 september 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door mr. T. de Bont kantoorgenoot van klagers raadsvrouw mr. E.I.B. Hoffman, en namens het hoofd van voormelde
tbs-inrichting, [...], juridisch medewerker bij de inrichting.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
De klachten betreffen
a het telefoneerverbod;
b het uitblijven van een behandeling en de uitsluittijden;
c de maatregel tot separatie van 15 februari 2010;
d de verlenging van de maatregel van separatie van 15 maart 2010.

De beklagcommissie heeft de klachten ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De inrichting heeft niet gemotiveerd waarom het contact met zijn vriendin destabiliserend voor klager zou zijn. De beslissing tot het telefoneerverbod is derhalve onvoldoende gemotiveerd. Voorts is de maatregel niet in duur bepaald.

De beklagcommissie is niet ingegaan op klagers klacht dat hij geen behandeling krijgt, omdat hij al meer acht maanden in afzondering c.q. separatie verblijft. De raadsman spreekt zijn zorg uit over de zogeheten caroussel-constructie. Een dergelijke
carroussel-plaatsing draagt niet bij aan de veiligheid. Het was beter geweest als direct gekozen was om klager snel over te plaatsen naar een andere inrichting. Alle maatregelen zijn terug te voeren op een incident met klager in 2009. De klachten
dienen
gegrond te worden verklaard en er dient een tegemoetkoming te worden toegekend. Klager zit nog steeds in separatie.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In het telefonische contact met de inrichting op 14 juli 2009 reageerde klagers vriendin zeer geagiteerd. Aan klager was diezelfde dag een kamerprogramma opgelegd en de manier van praten van klagers vriendin zou destabiliserend werken.
Klager verbleef iedere twee maanden op een andere afdeling. Het was niet mogelijk klager terug te plaatsen naar zijn eigen afdeling, aangezien hij een medewerkster van die afdeling geslagen had. Het behandelklimaat op de reguliere afdelingen, die niet
extra beveiligd zijn, was niet geschikt voor een langdurig verblijf van klager gezien zijn problematiek. De inrichting heeft bijna dagelijks gebeld met het Ministerie van Justitie om klagers overplaatsing te bespoedigen.

3. De beoordeling
Ten aanzien van a.
Ingevolge artikel 38, derde lid, Bvt kan het voeren van een bepaald telefoongesprek worden geweigerd voor een periode van ten hoogste vier weken, welke periode niet is overschreden. De beroepscommissie is van oordeel dat er voldoende aanleiding was om
klager op 14 juli 2009 een telefoonverbod met zijn vriendin op te leggen.
Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
Ten aanzien van b.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie acht niet aannemelijk geworden dat klager geen behandeling heeft ondergaan. Het
beroep
zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Ten aanzien van c en d.
Uit de stukken blijkt dat klager op 15 februari 2010 ernstige dreigementen heeft geuit jegens het personeel. Om de veiligheid van het personeel te waarborgen is klager de maatregel van separatie opgelegd. Deze maatregel is op 15 maart 2010 verlengd.
Aangezien het behandelklimaat op de reguliere afdelingen niet geschikt was voor een langdurig verblijf van klager gezien zijn problematiek, die in de uitspraak van de beklagcommissie uitvoerig is belicht, was er geen andere mogelijkheid dan klager te
separeren.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, mr. drs. T.A.M.Louwe en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 24 november 2010

secretaris voorzitter

Naar boven