Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1163/TB, 13 december 2010, beroep
Uitspraakdatum:13-12-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1163/TB

betreft: [klager] datum: 13 december 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.M. Oldenburg, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 20 april 2010 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. L.M. Oldenburg om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager over te plaatsen naar het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Oldenkotte te Rekken (hierna: Oldenkotte).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Op 5 december 2005 is hij geplaatst in FPC De Rooyse Wissel te Venray (hierna: De Rooyse Wissel). Deze inrichting
heeft op 10 maart 2008 verzocht om herselectie van klager. De Staatssecretaris heeft vervolgens op 8 oktober 2008 beslist klager over te plaatsen naar FPC De Kijvelanden (hierna: De Kijvelanden). Deze overplaatsing is op 16 oktober 2008 gerealiseerd.
Bij advies van 17 december 2009 heeft De Kijvelanden de Minister geadviseerd om klager over te plaatsen. De Minister heeft op 20 april 2010 beslist klager over te plaatsen naar Oldenkotte. Aan deze beslissing is geen uitvoering gegeven totdat de
rechtbank Arnhem zou hebben beslist over de verlenging van klagers tbs. Bij uitspraak van 15 februari 2010 heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad beslist om klagers tbs te verlengen met twee jaar en de beslissing omtrent de voorwaardelijke beëindiging van
de tbs aangehouden. Op 25 mei 2010 heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad de beslissing omtrent de voorwaardelijke beëindiging wederom aangehouden en bij uitspraak van 23 augustus 2010 het verzoek om voorwaardelijke beëindiging van de tbs afgewezen.
De overplaatsing is nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Op 15 februari 2010 is de verlenging van klagers tbs aan de orde geweest. De rechtbank wilde de voorwaardelijke beëindiging van klagers tbs in overweging nemen. Daarbij heeft de rechtbank de rapporten en adviezen van de zesjaars rapporteurs, die beiden
van mening zijn dat bij een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging in tegenstelling tot de behandeling binnen een tbs-kliniek wel resultaat kan worden geboekt, meegewogen. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak aangehouden tot 11 mei
2010 teneinde de reclassering te laten rapporteren. Nu klager mogelijk de inrichting gaat verlaten, is het onwenselijk en onzorgvuldig om tot overplaatsing over te gaan.

Namens de Minister is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Klager heeft een schorsingsverzoek ingediend tegen de beslissing tot overplaatsing naar Oldenkotte. Het schorsingsverzoek is afgewezen, omdat de Minister had besloten om in beginsel geen uitvoering te geven aan de beslissing totdat de rechtbank zich
zou
hebben uitgelaten over de mogelijke voorwaardelijke beëindiging van klagers tbs.
Inmiddels heeft op 23 augustus 2010 de verlengingszitting plaatsgevonden en is besloten om klagers tbs te verlengen. Nu van voorwaardelijke beëindiging geen sprake is, zal klager op korte termijn worden opgenomen in Oldenkotte.
Uit het verzoek van De Kijvelanden tot overplaatsing van klager volgt dat zijn behandeling in de inrichting sinds 7 augustus 2009 in een impasse is geraakt. Na een incident is hij in afzondering geplaatst en is afdelingsarrest opgelegd. In verband met
incidenten in de zomer van 2009 is vast komen staan dat klager zich heeft beziggehouden met onoorbare zaken die strijdig zijn met zijn behandeldoelen. Door klagers opstelling (gebrekkige openheid, beperkt probleembesef) is de wankele behandelrelatie
ernstig onder druk komen staan. Verharding is merkbaar. Klager gaat de strijd aan met het behandelteam. Doordat klager niet aanspreekbaar was op zijn gedrag is zijn behandeling onder druk komen te staan en is deze uiteindelijk gestagneerd.
Pogingen om de behandelimpasse te doorbreken zijn door klager afgewezen.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Minister geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten vrouwen,
zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De Minister heeft de beslissing tot overplaatsing van klager genomen op basis van het herselectieverzoek van 17 december 2009 met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde diagnose en gegevens omtrent het al
dan niet bestaan van een beheers/vluchtrisico, alsmede de bestaande wachtlijsten.

Uit het verzoek om overplaatsing van De Kijvelanden is gebleken dat er in de zomer van 2009 incidenten hebben plaatsgevonden en dat vervolgens de behandelrelatie tussen klager en zijn behandelaars in verband met zijn gebrekkige openheid, beperkt
probleembesef en het zich niet laten aanspreken op zijn gedrag onder druk is komen staan. Klagers behandeling is daardoor in een impasse is geraakt en pogingen om de behandelimpasse te doorbreken zijn door klager afgewezen.
Door klager is gesteld dat de beslissing om hem over te plaatsen onwenselijk en onzorgvuldig zou zijn, omdat door de rechtbank werd onderzocht of klagers tbs onder voorwaarden zou kunnen worden beëindigd.
Uit de op 23 augustus 2010 gewezen uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad volgt dat de mogelijkheid tot voorwaardelijke beëindiging van de tbs uitgebreid is onderzocht en dat daartoe geen mogelijkheid werd gezien.
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager over te plaatsen naar Oldenkotte bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 december 2010

secretaris voorzitter

Naar boven