Nummer: 10/2593/GB
Betreft: [klager] datum: 18 november 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H.G. Koopman, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 24 augustus 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 3 december 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie Esserheem (gevangenis) te Veenhuizen. Op 8 september 2010 is hij overgeplaatst naar het detentiecentrum Zeist te Soesterberg, een opvanginrichting voor de tenuitvoerlegging van
vreemdelingenbewaring.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager beschikt over een Spaans paspoort en een Spaanse ID-kaart, die bij zijn aanhouding in beslag is genomen. Hij is ingezetene van Spanje en is EU-onderdaan. De kwalificatie ‘strafrechtelijk illegaal’ is onjuist en in strijd met feiten en
omstandigheden. Klager heeft een verlofadres.
Verzocht wordt om klager alsnog in een b.b.i. met regulier verlof te plaatsen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Uit de door verschillende penitentiaire inrichtingen en de Dienst Terugkeer en Vertrek aangeleverde informatie volgt dat klager illegaal in Nederland verblijft. In verband met zijn illegale status voldoet klager niet aan de criteria voor fasering naar
een regime met regimaire vrijheden en is zijn verzoek tot plaatsing in een meer open setting afgewezen.
Door klagers raadsman is gesteld dat klager over een geldig Spaans paspoort zou beschikken en zou moeten worden gezien als EU-onderdaan. Vervolgens is de IND geraadpleegd om duidelijkheid te verkrijgen over de huidige status van klager. Uit informatie
van de IND blijkt dat klager zowel bij de IND als in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) louter geregistreerd staat met de Dominicaanse nationaliteit. Het Spaanse paspoort is niet geregistreerd binnen de gemeente van herkomst, Den Haag. Om in
aanmerking te komen voor de status van EU-onderdaan en overeenkomstig te worden behandeld, is inschrijving van de Spaanse nationaliteit binnen de GBA noodzakelijk. De wijze van geregistreerd staan binnen de GBA en bij de IND, is leidend voor het
bepalen
van klagers status. Indien klager er in slaagt om de Spaanse nationaliteit te laten registreren, is de selectiefunctionaris bereid een nieuw voorstel voor mogelijke fasering nader te beoordelen.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een
strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres. Niet in aanmerking voor plaatsing in een b.b.i. komen gedetineerden ten aanzien van wie vaststaat dat zij na de detentie zullen worden uitgezet of
uitgeleverd.
4.2. De bestreden beslissing houdt in dat, en op grond waarvan, de selectiefunctionaris heeft aangenomen dat klager een illegale verblijfstatus heeft. Het door en namens klager gevoerde verweer dat klager omdat hij een EU-onderdaan is geen illegale
status heeft, kon de selectiefunctionaris op grond van die redenering verwerpen.
Nu ervan kan worden uitgegaan dat klager een illegale verblijfstatus heeft, mag er, nu daaromtrent ook geen verweer is gevoerd, van worden uitgegaan dat klager na zijn detentie zal worden uitgezet. De selectiefunctionaris heeft gelet op de onder 3.2
genoemde gronden in redelijkheid tot de bestreden beslissing kunnen komen. Het beroep is derhalve ongegrond.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 18 november 2010
secretaris voorzitter