Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2846/GV, 16 november 2010, beroep
Uitspraakdatum:16-11-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2846/GV

betreft: [klager] datum: 16 november 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 september 2010 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft al in een inrichting met regimaire vrijheden verbleven waar alles goed is verlopen. Klager heeft bij Stichting Exodus een penitentiair programma (p.p.) gevolgd. Hij is tijdens zijn p.p. één keer niet gaan werken omdat hij ander werk ging
zoeken en is toen meteen teruggeplaatst in de penitentiaire inrichting (p.i.) Haarlem. Klager stelt niet vluchtgevaarlijk te zijn. Hij heeft zich altijd aan de afspraken gehouden.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft zich niet aan de met hem gemaakte afspraken gehouden tijdens zijn p.p. bij de Stichting Exodus. Na overleg tussen de Stichting Exodus en de directeur van de penitentiaire inrichting administratief Haarlem werd besloten tot beëindiging van
het p.p. en directe terugplaatsing in een gesloten inrichting. Plaatsing in de p.i. Haarlem volgde en daarna werd klager overgeplaatst naar de gevangenis Nieuwegein. In de gevangenis Nieuwegein verblijft klager nog steeds en vanuit deze inrichting is
ook klagers verzoek tot algemeen verlof ingediend. Klager heeft zich niet aan de met hem gemaakte afspraken gehouden. Hij is ongeoorloofd afwezig geweest tijdens zijn p.p. en Stichting exodus was dan ook van oordeel dat het p.p. niet doorgezet kon
worden. Klager hield zich niet aan de vrijheden en is daar op een onjuiste manier mee omgegaan. Voor het Openbaar Ministerie (OM) was dit reden om negatief te adviseren met betrekking tot verlof. Klager heeft goede kansen gehad, heeft hier geen goed
gebruik van gemaakt en de afwijzing is daarmee een juiste keuze.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Nieuwegein heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
Het OM heeft bezwaar tegen verlofverlening. Er is twijfel op grond van ervaringsgegevens, zoals het mislukken van een eerder verlof, met betrekking tot het nakomen van afspraken. Klager is teruggeplaatst vanuit een p.p. omdat hij zich niet aan de
afspraken had gehouden. Het OM heeft er daarom geen vertrouwen in dat klager zich nu wel aan de afspraken zal houden.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van twee jaar en acht maanden met aftrek, wegens poging tot doodslag. Aansluitend dient hij de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde vrijheidsstraf van 42 dagen te ondergaan. Klagers einddatum
valt op of omstreeks 15 april 2011.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal vier verlofaanvragen indienen.

Uit de stukken komt naar voren dat klager in mei 2010 is gestart met deelname aan een p.p. Omdat hij tijdens zijn deelname aan het p.p. ongeoorloofd afwezig is geweest van zijn werk en zich niet aan de regels hield van Stichting Exodus, is hij
teruggeplaatst in de p.i. Haarlem en van daaruit overgeplaatst naar de gevangenis Nieuwegein. De beroepscommissie is van oordeel dat met de terugplaatsing in de p.i. Haarlem, gevolgd door de overplaatsing naar de gevangenis Nieuwegein voldoende is
gereageerd op zijn gedrag tijdens zijn p.p. Nu op deze omstandigheid de Minister zijn beslissing baseert, zal het beroep daarom gegrond worden verklaard. Aan de Minister zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen binnen twee weken na
ontvangst
van deze uitspraak, met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie. Er worden geen termen aanwezig geacht voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst
van
deze uitspraak.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 16 november 2010

secretaris voorzitter

Naar boven