Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2271/GB, 12 november 2010, beroep
Uitspraakdatum:12-11-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/2271/GB

Betreft: [klager] datum: 12 november 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 juli 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 27 mei 2010 gedetineerd. Hij verblijft in de locatie Zoetermeer.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris baseert zijn beslissing op valse informatie. Klager heeft negen maanden in het h.v.b. te Scheveningen in voorarrest gezeten en zich daarbij voorbeeldig gedragen.
Vanwege dit gedrag hebben het Openbaar Ministerie, de politie en de p.i. Scheveningen positief geadviseerd omtrent een overplaatsing van klager naar een b.b.i. met regimaire verlofmogelijkheden in Heerhugowaard. Klager heeft ook in de p.i. Haaglanden
goed gedrag laten zien. Aan hem zijn geen waarschuwingen of disciplinaire straffen opgelegd. Klager heeft wel een legitimatiebewijs, maar het Openbaar Ministerie heeft dat onder zijn berusting. Klager heeft zijn paspoort ter zitting van het Gerechtshof
Den Haag op 23 mei 2007 ingeleverd, teneinde daarmee te voldoen aan de door het hof opgelegde schorsingsvoorwaarden. De Advocaat-Generaal heeft aangegeven akkoord te gaan met de teruggave van klagers paspoort. Klager verzoekt de beroepscommissie het
beroep gegrond te verklaren en hem een tegemoetkoming toe te kennen. Klager wil worden gehoord door de beroepscommissie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. In dit stadium van de detentie is een plaatsing van klager in een b.b.i.-regime met regimair verlof te vroeg. De directeur van de locatie Zoetermeer adviseert
negatief. Klager heeft laten zien dat hij zich in de inrichting niet kan houden aan afspraken. Ook het Openbaar Ministerie en de politie Haaglanden adviseren negatief. Zij geven aan dat er gevaar is voor ernstige verstoring van de openbare orde, het
plegen van strafbare feiten en een ernstig vermoeden dat het verlof zal leiden tot alcoholmisbruik, drugsgebruik of een poging tot invoer van contrabande. De politie geeft aan dat er veel overlast in de buurt van het verlofadres is door drugs.
De selectiefunctionaris heeft gemeend de negatieve adviezen te volgen. Gezien zijn delictgerelateerde drugsproblematiek acht de selectiefunctionaris de bezwaren van het Openbaar Ministerie en de politie Haaglanden voldoende gemotiveerd en reëel om
vooralsnog niet tot plaatsing in een b.b.i. met regimair verlof over te gaan. Een plaatsing in een b.b.i. is momenteel niet mogelijk vanwege het ontbreken van een legitimatiebewijs. Klager is wettelijk verplicht een legitimatiebewijs bij zich te
dragen.
Het gedrag van klager in de inrichting laat ten slotte duidelijk te wensen over. Het contact tussen klager en het personeel is slecht. Hij moet dagelijks aan de regels herinnerd worden. Dagelijks is hij te laat voor insluiten en dagelijks moet hij bij
de telefoon weggehaald worden.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking
het selectieadvies van de inrichting en voorts de adviezen van het Openbaar Ministerie en de politie. Overigens kan bij juistheid van de verklaring van klager daaromtrent, hem niet worden tegengeworpen dat hij niet in het bezit is van een
identiteitsbewijs. Ten aanzien van klager, die is veroordeeld voor een drugsdelict, wordt gevreesd dat hij tijdens zijn regimair verlof drugs zal gebruiken en/of zal verhandelen. Er is sprake van grote overlast van drugs in het werkgebied van het
bureau
Laak van de politie Haaglanden. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 12 november 2010

secretaris voorzitter

Naar boven