Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1860/GA, 11 november 2010, beroep
Uitspraakdatum:11-11-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1860/GA

betreft: [klager] datum: 11 november 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de P.I.V. Breda,

gericht tegen een uitspraak van 30 juni 2010 van de beklagcommissie bij de P.I.V. Breda, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klaagster,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 oktober 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de P.I.V. Breda.
Klaagster heeft op 19 oktober 2010 schriftelijk afstand gedaan van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel zonder televisie, wegens medeplichtigheid aan een ruzie, het schelden naar een medegedetineerde en een aandeel in het ruilen van
spullen.

De beklagcommissie heeft het beklag gedeeltelijk gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klaagster
De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klaagster en Priscilla gaven elkaar over en weer de schuld van het gooien van de jampot terwijl er geen getuigen waren. Uit onderzoek is wel komen vast te staan dat beide dames, die ruzie hadden over een riem, hebben gescholden en er dus sprake is
geweest van verbale agressie. Waar twee personen ruzie hebben, hebben er twee schuld. Zij hebben daarom beiden drie dagen straf opgelegd gekregen.

Klaagster heeft haar standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit onderzoek is gebleken dat over en weer sprake is geweest van verbale agressie. Dat kan als strafwaardig gedrag als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Pbw worden aangemerkt. Gelet daarop heeft de directeur in redelijkheid beide gedetineerden
een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting kunnen opleggen. De beroepscommissie beslist dan ook als volgt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. H. Heijs, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 11 november 2010

secretaris voorzitter

Naar boven