Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1361/GA, 11 oktober 2010, beroep
Uitspraakdatum:11-10-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1361/GA

betreft: [klager] datum: 11 oktober 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

gericht tegen een uitspraak van 18 april 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 augustus 2010, gehouden in de p.i. Dordrecht, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Vught.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat klager twee borden en een glas kapot heeft gemaakt en daarvoor moet betalen.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De plaatsvervangend vestigingsdirecteur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beklagrechter gaat er abusievelijk van uit dat er sprake zou zijn geweest van een schaderegeling. Klager is echter een geldboete als disciplinaire straf opgelegd, omdat hij niet bereid was een regeling te treffen.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Hij had twee kopjes en twee borden op zijn cel. Hij heeft uit boosheid twee borden en een kopje stukgegooid. Dit heeft hij meteen ook toegegeven. Dat
tweede
kopje heeft hij niet stukgegooid. Het bedrag dat hem in rekening werd gebracht vond hij daarom te hoog.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 51, eerste lid onder e, van de Pbw kan de directeur wegens het begaan van feiten als bedoeld in artikel 50, eerste lid, Pbw een geldboete tot een bedrag van ten hoogste tweemaal het in de inrichting of afdeling geldende weekloon
opleggen. Ook uit de mededeling op het rapport van 29 augustus 2009 blijkt dat de directeur een disciplinaire straf heeft opgelegd. Gezien het vorenstaande komt de beroepscommissie tot het oordeel dat sprake is van een disciplinaire straf die aan
klager
is opgelegd.
De beroepscommissie overweegt ter zake als volgt. Ingevolge het bepaalde in artikel 57, eerste lid, van de Pbw juncto artikel 58, eerste lid, van de Pbw dient - alvorens een straf wordt opgelegd - de gedetineerde in de gelegenheid te worden gesteld om
te worden gehoord. Tevens geeft de directeur aan de gedetineerde onverwijld een schriftelijke mededeling van de beslissing tot oplegging van de disciplinaire straf. Uit het dossier, noch uit de nadere toelichting van de plaatsvervangend
vestigingsdirecteur ter zitting is gebleken dat klager is gehoord en evenmin dat een schriftelijk verslag is uitgereikt. Bovendien vertoont de disciplinaire straf een gebrek, in die zin dat niet is bepaald door welke andere straf de geldboete zal
worden
vervangen in het geval de boete niet binnen de daartoe gestelde termijn is betaald. Het vorenstaande is immers vereist ingevolge artikel 51, tweede lid, van de Pbw. Nu niet aan de eisen als gesteld in voormelde artikelen is voldaan, zal de
beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren. Zij zal de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met verbetering van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met verbetering van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. J.P.S. Fiselier en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van
mr. I. Lispet, secretaris, op 11 oktober 2010

secretaris voorzitter

Naar boven