Nummer: 10/2690/GB
Betreft: [klager] datum: 18 oktober 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E. Tuzkapan, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 1 september 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de afwijzende beslissing om de tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf door toepassing van elektronische detentie (hierna: e.d.) te ondergaan ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 74 dagen.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De brief van klagers raadsman van 31 augustus 2010 is niet betrokken bij de bestreden beslissing. Inhoudelijk wordt daarnaar verwezen. Klager heeft zich op 17 juli 2010 gemeld, conform het verzoek van Justitie. De portier, [...], zou een aantekening
maken van klagers melding. Met de overweging dat klager zich op donderdag 15 juli 2010 had moeten melden en niet zoals door Justitie aangegeven op 17 juli 2010, geeft de selectiefunctionaris weinig blijk van zelfreflectie en doet naar de mening van
klager een veel te groot beroep op het vermogen van justitiabelen om te anticiperen op fouten gemaakt door Justitie zelf. Klager is er vanuit gegaan dat 17 juli 2010 de datum was dat hij zich moest melden, mede gezien het 24-uurskarakter van een
justitiële inrichting. Het verheugt klager dat niet meer wordt gesteld dat aan klager telefonisch meegedeeld zou zijn dat hij zich op 15 juli 2010 moest melden. Klager wil in de gelegenheid gesteld worden om zich te melden voor e.d.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Inhoudelijk wordt verwezen naar de bestreden beslissing. Voorts wordt opgemerkt dat de raadsman stelt dat hij contact heeft gehad met een medewerker van het PTC. Die medewerker zou hebben meegedeeld dat klager een zogenoemde aansluitafspraak had op 15
juli 2010. Wat daar ook van zij, de gronden van de bestreden beslissing blijven onverkort overeind. Verzocht wordt het beroep ongegrond te verklaren en de selectiefunctionaris acht geen termen aanwezig om een tegemoetkoming toe te kennen.
4. De beoordeling
De op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt nu de selectiefunctionaris kennelijk per abuis een
uitnodiging
voor een intakegesprek voor e.d. op ‘donderdag 17 juli 2010’ heeft verstuurd. De verwarring die omtrent de melddatum is ontstaan door een fout in de uitnodiging kan klager niet worden tegengeworpen. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden
vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Nu de gevolgen van de bestreden beslissing nog ongedaan te maken zijn,
achter de beroepscommissie geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan en
kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 18 oktober 2010
secretaris voorzitter