Nummer: 10/2437/GB
Betreft: [klager] datum: 18 oktober 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.C. Griffioen-Wennekers, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 6 augustus 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de locatie Schutterswei te Alkmaar ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 3 mei 2010 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard. Op 9 augustus 2010 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Schutterswei, waar een regime van
algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het bezwaar is ongegrond verklaard in verband met een mogelijk nieuw strafrechtelijk onderzoek tegen klager. Van een dergelijk onderzoek is klager niets bekend. Daarvan kan ook geen sprake zijn nu de zaaksofficier van justitie op dat moment op vakantie
was en de selectiefunctionaris aan de piketofficier slechts een tijdelijke beslissing heeft gevraagd. Niet is duidelijk op welke gronden dat strafrechtelijk onderzoek zou zijn gestart en of een dergelijk onderzoek feitelijk wel is gestart.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft zich op 3 mei 2010 als zelfmelder bij de b.b.i. van de locatie Westlinge gemeld. Hij stond voordien onder toezicht van Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) naar aanleiding van een voorwaardelijke veroordeling. Dat toezicht is
op
5 december 2009 ingegaan. Verzoeker is veroordeeld in verband met ontucht met minderjarigen en het downloaden van kinderporno. De reclassering heeft aan het Openbaar Ministerie gemeld dat klager zich niet aan gemaakte afspraken houdt, aanwijzingen niet
opvolgt en contact heeft aangegaan met een verstandelijk gehandicapt meisje. Door de vader van dit meisje is melding gemaakt van dit feit bij de politie. De reclassering weet niet zeker of klager internetcontacten onderhoudt. Door de reclassering zou
een behandeltraject worden opgestart bij De Waag in Utrecht. Dat kan enkel plaatsvinden buiten detentie. Door De Waag wordt het recidivegevaar als hoog ingeschat. In juni 2010 heeft een rechercheur van politie aan de reclassering gemeld dat een nieuw
strafrechtelijk onderzoek zal worden ingesteld. Om deze redenen heeft de reclassering aan het Openbaar Ministerie gemeld dat er zorgen zijn over een goed verloop van het weekeindverlof van klager. Daarop is door de officier van justitie aan de
selectiefunctionaris verzocht klager te selecteren voor een gesloten inrichting. Omdat klager zich niet houdt aan de voorwaarden voor het reclasseringscontact, er sprake is van een nieuw strafrechtelijk onderzoek tegen klager en de hoge recidivekans,
is
besloten klager te selecteren voor plaatsing in een normaal beveiligde gevangenis. Klager is op 30 augustus 2010 andermaal in verzekering gesteld en verbleef op 31 augustus 2010 in het politiebureau. Alleen al om die reden is een plaatsing in een
b.b.i.
niet langer aan de orde. Hij zal worden geplaatst in een huis van bewaring naar aanleiding van die inverzekeringstelling.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Schutterswei is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Vastgesteld kan worden dat de officier van justitie bij het arrondissementsparket Den Haag op 23 juli 2010 aan de directeur van de b.b.i. van de locatie Westlinge heeft geadviseerd om weekeindverloven in te trekken en om klager voor te dragen
voor herselectie. Dit advies kwam tot stand op grond van een aanbeveling van de reclassering. In een voortgangsverslag van de reclassering van 5 juli 2010 staat als conclusie (onder meer en voor zover hier van belang) dat De Waag, waar klager een
deeltijdbehandeling ondergaat, heeft aangegeven dat het algemene risico op recidive hoog is, hetgeen ook zou gelden voor weekeindverloven. Van de politie zijn gegevens binnengekomen waaruit zou moeten blijken dat klager gerecidiveerd heeft. Door de
Officier van Justitie zou opdracht zijn gegeven klager aan te houden en hem te laten horen door de zedenrecherche tijdens zijn huidige detentie. Gelet op dat advies van het Openbaar Ministerie en de daaraan ten grondslag liggende voortgangsrapportage
van de reclassering moet worden geoordeeld dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk moet worden aangemerkt. De
omstandigheid dat klager, anders dan uit de toelichting van de selectiefunctionaris kan worden afgeleid, kennelijk niet in voorlopige hechtenis is genomen voor een nieuw strafrechtelijk onderzoek kan daaraan niet afdoen.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 18 oktober 2010
secretaris voorzitter