Nummer: 10/2053/GB
Betreft: [klager] datum: 25 oktober 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 8 juli 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem niet te plaatsen in de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is in aansluiting op detentie in Duitsland sedert 15 februari 2010 in Nederland gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis Ter Apel.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager is het er niet mee eens dat er geen stappen zouden zijn gezet met betrekking tot recidive en dit hem verweten wordt. Tijdens klagers detentieperiode in Duitsland waren er geen mogelijkheden om aan zijn toekomst te werken. Klager heeft destijds
wel geprobeerd om met de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) te Assen in contact te komen. Het FPK kon klager destijds niet helpen. Bij binnenkomst in de gevangenis Ter Apel heeft klager doorgegeven aan het bureau selectie- en detentiebegeleiding
(b.s.d.) en de psycholoog dat hij in behandeling wil bij het FPK Assen. De psycholoog vond dat een behandeling bij het AFPN beter zou zijn. Het b.s.d. heeft vervolgens een aanvraag voor overplaatsing naar de locatie Groot Bankenbosch ingediend. Een
behandeling van het AFPN in de gevangenis Ter Apel is niet mogelijk en vanuit de locatie Groot Bankenbosch wel. Omdat klager op korte termijn naar de locatie Groot Bankenbosch zou gaan, is hij nog niet gestart met het programma Terugdringen Recidive
(TR). Tijdens klagers huidige detentie is zijn vader overleden. Hij heeft geen afscheid kunnen nemen van zijn vader. Klager heeft zijn kinderen al zes jaar niet gezien. Hij wil er alles aan doen om er de komende jaren te zijn voor zijn kinderen. In de
locatie Groot Bankenbosch heeft klager veel meer mogelijkheden om aan een goede start te werken voor de periode na detentie. Klager wil zijn verlof gebruiken om zijn kinderen voor het eerst weer te gaan zien. Na vele jaren te hebben gezworven, heeft
klager ook na detentie weer onderdak. Een oude schoolleraar heeft werk geregeld voor klager. Pas wanneer klager in vrijheid is, kan hij laten zien dat er geen sprake is van recidive. Klager heeft al tweederde van zijn straf uitgezeten. Hij vraagt zich
af hoe lang iemand zijn straf moet uitzitten voor hij een herkansing krijgt om wat van zijn leven te maken en daarmee te kunnen beginnen tijdens zijn detentie.
De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het Openbaar Ministerie heeft bezwaar tegen het verlenen van vrijheden gezien klagers staat van recidive en de kans op recidive. Momenteel is er geen enkele stap ondernomen om daar iets aan te doen. Op het moment dat de bestreden beslissing werd
genomen, is er ook een verzoek om algemeen verlof van klager afgewezen. In de rapportage van het verzoek om algemeen verlof is een heel ander beeld van klager geschetst dan in het selectieadvies voorafgaande aan de bestreden beslissing in onderhavig
beroep. Klager heeft totaal geen inzicht in zijn eigen handelen. Alles is verwijtbaar aan anderen. Wanneer klager wordt benaderd om aan zichzelf te werken, trekt hij zich terug en wil hij niet tekenen voor een TR-plan waarin uitvoering gegeven kan
worden aan een detentieplan. Zolang klager niet de verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen daden, is er geen vertrouwen in een goed verloop van een te verlenen verlof. De selectiefunctionaris heeft de gevangenis Ter Apel gevraagd een nieuw voorstel
te maken voor plaatsing in een b.b.i. en een verlofaanvraag waarbij er een eenduidige omschrijving moet komen hoe klager daadwerkelijk functioneert.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. Klager is niet geselecteerd voor de locatie Groot Bankenbosch omdat er geen vertrouwen is dat hij met de te verlenen vrijheden die hij in een b.b.i. zou genieten, behoorlijk kan omgaan. Er is vrees voor recidive gezien klagers justitiële
documentatie en zijn gedrag. Hij neemt zijn verantwoordelijkheden niet en wil niet tekenen voor een TR-plan. Nu klager inmiddels met goed resultaat algemeen verlof heeft genoten en er thans geen andere feiten of omstandigheden zijn die een plaatsing in
een b.b.i. in de weg staan terwijl onduidelijkheid blijkt te bestaan over het functioneren van klager, moet worden geoordeeld dat de bestreden beslissing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk en onbillijk moet worden
aangemerkt. Het beroep is derhalve gegrond. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak en binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen
aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 25 oktober 2010
secretaris voorzitter