Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1473/GA, 14 oktober 2010, beroep
Uitspraakdatum:14-10-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1473/GA

betreft: [klager] datum: 14 oktober 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 april 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Tafelbergweg te Amsterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 september 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, is klager, bijgestaan door mr. W.K. Cheng, gehoord.

De directeur van de locatie Tafelbergweg is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel zonder tv.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Hij had hevige kiespijn en zat binnen bij de medische dienst al 45 minuten te wachten. Hij heeft veel last van zijn gebit. Zestien tanden en kiezen zijn er getrokken. Een andere gedetineerde, die moest vertalen, ging zomaar voor, terwijl het geen spoed
was. Als het spoed was geweest, had klager dat begrepen. Klager moest weer naar buiten. Met stemverheffing heeft hij gezegd dat dat niet zomaar ging en dat de ander netjes op zijn beurt moest wachten. Dat was een menselijke reactie. Hij heeft niemand
bedreigd. Klager is geen rapport aangezegd. De locatiedirecteur heeft klager de disciplinaire straf opgelegd. Klager is onterecht en disproportioneel gestraft.

De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit het bij de stukken gevoegde rapport blijkt expliciet dat dit rapport niet aan klager is aangezegd, zoals ook ter zitting door klager is bevestigd, hetgeen in strijd is met artikel 50, eerste lid, Pbw.
Klager is de betreffende disciplinaire straf opgelegd, omdat hij zich bedreigend zou hebben uitgelaten tegenover het verplegend personeel. Uit de stukken blijkt echter niet welke woorden klager zou hebben gebezigd en/of dat deze woorden als bedreigend
zouden kunnen worden aangemerkt. Door klager is gesteld dat hij enkel met stemverheffing heeft gesproken, hetgeen de beroepscommissie niet onbetamelijk of strafwaardig voorkomt gezien de in de stukken beschreven en ter zitting toegelichte situatie.
De beroepscommissie zal klagers beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij kent klager ter zake een tegemoetkoming toe van € 37,50.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 37,50.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. dr. H.K. Fernandes Mendes en dr. M. Kooyman, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 oktober 2010

secretaris voorzitter

Naar boven