Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2553/GB, 30 september 2010, beroep
Uitspraakdatum:30-09-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/2553/GB

Betreft: [klager] datum: 30 september 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 augustus 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 11 augustus 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de locatie Westlinge te Heerhugowaard.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Inhoudelijk wordt verwezen naar diverse brieven waaruit klagers motivatie blijkt voor het programma Terugdringen Recidive (TR). Klager voldoet aan de criteria voor overplaatsing, er is geen sprake van ongewenst gedrag en de eerdere verloven zijn goed
verlopen. Klagers v.i.-datum is op 5 november 2010. Hij wil zich voorbereiden op de terugkeer in de maatschappij. Daartoe wil hij werk zoeken. Klager is bereid om mee te werken aan eventueel opgelegde voorwaarden. Klager wil in aanmerking komen voor
elektronische detentie en/of overplaatsing naar de z.b.b.i. locatie Het Keern te Hoorn. Over het contact met De Waag wordt opgemerkt dat dat contact op vrijwillige basis was.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is sinds 1973 bekend bij Justitie en hij recidiveert frequent. Klagers laatste detentie dateert van 2007 en de feiten waarvoor klager thans gedetineerd is, dateren van dezelfde maand als zijn invrijheidstelling. Klager scoort hoog op het
recidiverisico. Nadat klager is meegedeeld dat hij niet doorgefaseerd zou worden, weigerde hij langer deel te nemen aan TR. In april 2010 is besloten het TR-traject te beëindigen. Klager wordt terecht aangemerkt als TR-weigeraar. Op basis van zijn
status als TR-weigeraar kan klager niet doorgefaseerd worden. Klagers verzoek om hervatting tot TR is afgewezen omdat verondersteld wordt dat zijn motivatie slechts gebaseerd is op doorfasering. Klager was bij zijn eerdere detentie ook TR-kandidaat.
Toen was dat ook ingegeven door zicht op doorfasering. Klager is toen op de dag van zijn ontslag gestopt met zijn behandeling bij De Waag dat was opgestart in het kader van TR. De grote kans op recidive en het feit dat sprake is van schijnmotivatie
heeft geleid tot afwijzing van klagers verzoek om plaatsing in een z.b.b.i.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico
vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een
strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 2000,176) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator
bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de
persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De selectiefunctionaris heeft in redelijkheid kunnen oordelen dat klager als TR-weigeraar moet worden aangemerkt. De op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking
komende belangen, dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 30 september 2010

secretaris voorzitter

Naar boven