Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0724/TA, 8 september 2010, beroep
Uitspraakdatum:08-09-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/724/TA

betreft: [klager] datum: 8 september 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 maart 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij het forensisch psychiatrisch centrum Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 juni 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam-Overamstel, zijn gehoord namens klagers raadsman mr. D.W.H.M. Wolters, mr. A.L. Louwerse, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...],
juridisch medewerker.
Klager heeft afstand gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de separatie van klager ingaande op 8 september 2009 om 19.10 uur en eindigend op 11 september 2009 om 09.20 uur.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is het niet eens met de separatie. Ter zitting van 8 september 2009 was hij furieus, maar terug in de inrichting was hij al kalm en redelijk aanspreekbaar. Het was voor klager een zware zitting geweest.
Op 9 september 2009 heeft de dienstdoende psychiater hem ’s ochtends bezocht en hem gevraagd of hij terugwilde naar de afdeling. Klager heeft hierop positief geantwoord. De psychiater zou overleg plegen en heeft hem gemeld dat hij om 15.30 uur zou
worden opgehaald om terug te gaan naar de afdeling. Pas om 16.00 uur is de staf gekomen. Klager is alleen koffie en de telefoon gegeven en verder is niets aan hem gemeld. Om 17.00 uur heeft de staf hem gemeld dat hij niet terug mocht naar de afdeling.
De separatie heeft onnodig lang geduurd.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager had op 8 september 2009 een verlengingszitting, waarbij hij hevig geëmotioneerd en verbaal zeer agressief is geweest.
Teruggekomen in de inrichting was hij nog steeds erg geagiteerd. Toen hij hoorde dat hij gefouilleerd zou worden, was hij verbaal zeer agressief en bedreigend naar personeel. Hij heeft zijn kleding van het lijf gescheurd. Meerdere medewerkers hebben
geprobeerd hem aan te spreken en tot rust te manen. Dit bleef zonder resultaat. Omdat het onverantwoord was om klager terug te laten keren naar zijn eigen afdeling is besloten om hem te separeren met ingang van 19.10 uur.
9 september 2009 ’s ochtends is hij bezocht door de psychiater die oordeelde dat klager na de overdracht om 15.30 uur terug kon naar de afdeling. Klager is daarna tweemaal bezocht door sociotherapie. Communicatie bleek niet mogelijk. Klager is woest
geworden. Hij is niet om 15.30 uur bezocht door de staf maar een kwartier, half uurtje, later. Op 11 september 2010 is hij teruggekeerd naar de afdeling.

3. De beoordeling
Uit artikel 34, derde lid, Bvt volgt dat het hoofd van de afdeling bij dringende noodzakelijkheid een beslissing kan nemen om een tbs-gestelde te separeren voor ten hoogste vijftien uur.

Klager is door een afdelingshoofd gesepareerd met ingang van 8 september 2009. Nu de separatie tot en met 11 september 2009 heeft geduurd en niet is gebleken dat het hoofd van de inrichting of een gemachtigde plaatsvervanger vervolgens binnen maximaal
vijftien uur conform artikel 53 en artikel 54 Bvt heeft beslist om klagers separatie voort te laten duren, is de beroepscommissie van oordeel dat het beroep formeel gegrond is. Zij zal derhalve de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het
beklag formeel gegrond verklaren. Zij kent klager een tegemoetkoming toe van € 7,=.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie dat klager op 8 september 2009 is gesepareerd omdat hij agressief en dreigend was na terugkomst in de inrichting na een zitting bij de rechtbank. Op 9 september 2009 is hij ’s ochtends bezocht door de
dienstdoend psychiater en is hem toegezegd dat hij diezelfde dag om 15.30 uur zou mogen terugkeren naar de afdeling. Vervolgens heeft klager geweigerd om te communiceren met personeelsleden en is hij zeer boos geworden. Om die reden is beslist om
klagers separatie te laten voortduren. Zodra klager weer rustig was en communiceerde met het personeel is de separatie beëindigd.
De beroepscommissie is van oordeel dat gelet op het voorgaande de beslissing om klager te separeren niet als onredelijk of onbillijk of disproportioneel kan worden aangemerkt en zal het beroep in zoverre ongegrond verklaren en de uitspraak van de
beklagrechter bevestigen en het beklag materieel ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep formeel gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag formeel gegrond. Zij kent klager een tegemoetkoming toe van € 7,=.
Zij verklaart het beroep materieel ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. E.J. Hofstee, voorzitter, drs. J.R. van Veldhuizen en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 8 september 2010

secretaris voorzitter

Naar boven