Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1145/TA, 30 september 2010, beroep
Uitspraakdatum:30-09-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1145/TA

betreft: [klager] datum: 30 september 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 14 april 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 augustus 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...]. Klagers raadsman, mr. R. Polderman, heeft schriftelijk laten weten
verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. Het verslag van de zitting is aan partijen toegezonden. Per brief van 2 september 2010 is van de raadsman een reactie op het verslag ontvangen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet mogen deelnemen aan de gezamenlijke maaltijden.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager kan niet in zijn beklag worden ontvangen, omdat er geen sprake is van schending van enig recht. Tevens maakt klager
misbruik van het beklagrecht. Hij is een notoire klager, die zich verzet tegen zijn behandeling en van daaruit vele ongefundeerde klachten indient. De inrichting werkt niet met disciplinaire straffen, maar met maatregelen. Ook in het geval van klager
is
een maatregel opgelegd in het kader van de handhaving van de orde binnen de inrichting. Reeds enige tijd waren er problemen rondom het gedrag van klager tijdens de maaltijden. Hij schepte meer eten op dan was toegestaan, waardoor medepatiënten minder
of
niets meer hadden. Hier is betrokkene meerdere keren op aangesproken, maar hij negeerde de aanwijzingen van het personeel. Het gedrag van klager tijdens de gezamenlijke maaltijden zorgde voor onrust onder medepatiënten. Als klager in augustus 2009 het
eten van een medepatiënt in een apart bakje meeneemt naar zijn verblijf, is de maat vol. Besloten wordt klager uit te sluiten van de gezamenlijke maaltijden totdat er weer afspraken met hem zijn te maken over het eten. In de tussentijd krijgt hij zijn
maaltijden op zijn kamer. Er is herhaaldelijk getracht om tot een constructieve oplossing te komen, maar klager vindt dat er geen probleem is. Hierdoor was er bij het behandelteam geen vertrouwen dat klager verantwoord met zijn eten en dat van
medepatiënten om kon gaan. De maatregel is daarom op 10 oktober 2009 verlengd.
De aan klager opgelegde beperkingen duurden van augustus tot december 2009. Klager weigerde te luisteren naar de aanwijzingen van het personeel over het eten. Klager krijgt in verband met zijn diabetes apart eten aangereikt. Wat betreft het door klager
gegeven voorbeeld over het broodje shoarma, merkt het hoofd van de inrichting op dat klager bijvoorbeeld de helft van de bak sla erbij neemt. Zo gaat het ook met andere zaken, tot irritatie van de medebewoners die daardoor minder krijgen.
Indien een patiënt niet meer wil eten, is de afspraak dat het eten teruggaat naar de keuken. Klager weigert dit echter. Er is steeds met klager gesproken om te kijken of met hem afspraken hierover zijn te maken. Klager wilde echter niet meewerken. Aan
de oplegging van de maatregel ging een lange periode vooraf waarbij klager zich niet aan de afspraken wilde houden.

Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Er was structureel te weinig eten op de afdeling, mede doordat er veel wordt gestolen door de stafleden. Klager heeft zich hierover gewend tot de
commissie
van toezicht. Klager krijgt bijvoorbeeld maar één broodje shoarma. Het eten dat klager van een medepatiënt ontving, weigerde hij op verzoek van het personeel weg te gooien. Klager kreeg toen een maatregel opgelegd. De maatregel duurde tot medio
december
2009. Klager moest gedurende deze tijd op zijn kamer zijn maaltijd nuttigen. Hij kon zijn kamer wel verlaten. Klager meent dat de inrichting misbruik maakt van haar bevoegdheid, door het telkens te gooien op de orde en veiligheid in de inrichting. Als
klager gewoon als mens en patiënt wordt behandeld, is er geen aanleiding voor het indienen van klaagschriften.
Klager is verbijsterd dat er niet wordt gesproken over het ontvreemden van geld en eten door het personeel. Hierdoor ontstaat een gespannen sfeer op de afdeling. Klager vindt het onzin dat hij door de inrichting op rantsoen wordt gezet. Klager
verblijft
nu in FPC 2landen. Daar gaat het beter. De inrichting verstrekt structureel te weinig eten. Derhalve voldoet de inrichting niet aan zijn zorgplicht als bedoeld in artikel 42 van de Bvt.

3. De beoordeling
Klager klaagt over de beslissing van het hoofd van de inrichting hem uit te sluiten van deelname aan de gezamenlijke maaltijden. De beroepscommissie is van oordeel dat dit geen beslissing betreft waartegen op grond van artikel 56 en 57 van de Bvt
beklag
openstaat. De beslissing kan in het bijzonder ook niet worden gezien als een disciplinaire straf zoals bedoeld in artikel 49 van de Bvt of als een beperking van zijn bewegingsvrijheid als bedoeld in artikel 33 Bvt. Uit de toelichting van het hoofd van
de inrichting komt naar voren dat de beslissing niet is genomen als een terechtwijzing van klager voor zijn gedrag. Ook uit de toelichting bij de verlengingsbeslissing van 9 oktober 2009 blijkt niet van een punitief karakter, nu hierin wordt aangegeven
dat de beslissing wordt heroverwogen indien klager de bereidheid toont mee te werken en een constructieve oplossing aandraagt voor de huidige situatie. Klager kan derhalve niet worden ontvangen in zijn beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. E.J. Hofstee, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 30 september 2010

secretaris voorzitter

Naar boven