Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1092/JB, 25 augustus 2010, beroep
Uitspraakdatum:25-08-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/1092/JB

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.P. Visser, namens

[...], geboren op [1992], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 13 april 2010 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 juli 2010, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.P. Visser, en [...], selectiefunctionaris,
en[...], juridisch medewerker bij de Dienst Justitiële Inrichtingen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de behandelafdeling van de j.j.i. Den Hey-Acker te Breda ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager verbleef in de j.j.i. De Hartelborgt te Spijkenisse. Op 31 maart 2010 is hij geplaatst op de normaal beveiligde behandelafdeling van de j.j.i. Den Hey-Acker.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Geheel eenzijdig heeft de selectiefunctionaris acht geslagen op de mogelijk verkeerde vrienden van klager, zodat een plaatsing verder van huis voor de hand zou liggen. In het algemeen geldt dat iemand zo veel mogelijk in de buurt van zijn leefomgeving
gedetineerd moet worden. Het contact met zijn familie is voor klager zeer belangrijk. Door de reisafstand kan hij in Den Hey-Acker nauwelijks bezoek ontvangen. In die inrichting zijn nu ook twee jongens gedetineerd uit klagers oude omgeving. Klager wil
het liefst worden teruggeplaatst naar de j.j.i. De Hartelborgt en anders naar de j.j.i Teylingereind. De afstand Teylingereind naar Rotterdam (30 km) is makkelijker voor zijn bezoek en ook zijn er in die inrichting meer mogelijkheden. Klager kent
Teylingereind, want hij heeft daar verbleven ten behoeve van een klinisch multidisciplinair onderzoek. Ingevolge het EVRM heeft klager recht op een familieleven. Voorts wordt in het arrest van het gerechtshof geen specifieke plaats voor het ondergaan
van de p.i.j.-maatregel genoemd.
Klagers ouders komen wel naar de behandelbesprekingen in Den Hey-Acker, maar klager heeft dan geen gelegenheid om met ze te spreken. Het feit dat klagers ouders het delict zouden bagatelliseren kan klager niet worden tegengeworpen.
Klager heeft verlof gekregen om deel te nemen aan zijn examen op 17 mei 2010. Op weg naar zijn examen in de buurt van Rotterdam kwam klager een paar vrienden tegen en hij is met hen op stap gegaan. Klager is niet naar zijn examen gegaan. Klager is een
aantal dagen weggeweest en hij is vervolgens opgepakt. Klager heeft toen ook geen contact met zijn ouders gezocht. Dit was een impulsieve actie en volgens klager is dat ook één van zijn leerdoelen. Klager is nu wel gemotiveerd voor een behandeling.
Klagers raadsman legt een brief over, waarin twee jongens uit De Hey Acker verklaren dat zij tot dezelfde vriendengroep behoren als klager.

Namens de Minister is in beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Bij de plaatsing van jongeren in een j.j.i. is regionalisering het uitgangspunt. In dit geval is hiervan afgeweken, omdat in het rapport van het Forensisch Consortium Adolescenten (ForCa) van 9 juli 2009 wordt aangegeven dat het de voorkeur verdient
klager te plaatsen in een inrichting die op enige afstand van de eigen regio ligt vanwege negatieve invloed die uitgaat van de omgeving waarin klager verkeert. Dit advies weegt zwaarder dan de door klager genoemde bezoekargumenten. Klager is in
negatieve zin erg ontvankelijk voor beïnvloeding door zijn omgeving.
In Den Hey-Acker wordt vooraf met klagers ouders overlegd over het tijdstip van de behandelbespreking, opdat zij daarbij aanwezig kunnen zijn. Ook is de inrichting bereid om, in afwijking van de gebruikelijke bezoektijden, het bezoek van klagers ouders
in het weekeind te laten plaatsvinden. Dit is nog niet gebeurd, omdat klager daar geen gebruik van wilde maken.
In de startfase van de p.i.j.-behandeling ligt het accent primair binnen de inrichting en is van verlof vooralsnog geen sprake.

4. De beoordeling
Klager ondergaat de p.i.j.-maatregel en hiervoor zijn de behandelinrichtingen bestemd.
Klager verblijft op een normaal beveiligde behandelafdeling van de j.j.i. Den Hey-Acker.

Uit de stukken en het verhandelde ter zitting komt naar voren dat er progressie zit in klagers behandeling. Klager verblijft pas vier maanden in Den Hey-Acker. De beroepscommissie acht het aangewezen het advies van de Forensisch Consortium Adolescenten
(ForCa) van 9 juli 2009 te volgen. In dit advies wordt aangegeven dat plaatsing van klager in een inrichting die op enige afstand van de eigen regio ligt de voorkeur heeft vanwege de negatieve invloed die uitgaat van de omgeving waarin klager verkeert.
Gedacht kan worden aan een inrichting als Den Hey-Acker te Breda of Het Keerpunt te Cadier en Keer. Het is van belang dat klager zich eerst gaat inzetten voor zijn behandeltraject. Continuïteit binnen de behandeling zal leiden tot een sneller
behandeltraject. In een later stadium kan een plaatsing dichtbij of in de regio van herkomst worden heroverwogen.
Klagers ouders worden door de inrichting bij de behandeling betrokken via de behandelbesprekingen. In afwijking van de algemene bezoekregeling is de inrichting bereid bezoek in het weekeinde van klagers ouders te laten plaatsvinden. Daarvan is nog geen
gebruik gemaakt.

Ten aanzien van het door klager en zijn raadsman aangevoerde feit dat in Den Hey-Acker vrienden uit klagers oude leefomgeving verblijven, overweegt de beroepscommissie dat de omgang in een j.j.i. met vrienden uit de oude leefomgeving niet vergelijkbaar
is met de contacten die een jongere met deze vrienden onderhoudt in de vrije maatschappij.

Gelet op het voorgaande kan de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk worden genoemd.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. B.J. de Jong, voorzitter, ing. M.J. Mulders en drs H.P.J. Vos, leden, bijgestaan door mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 25 augustus 2010

secretaris voorzitter

Naar boven