Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3425/GM, 30 juli 2010, beroep
Uitspraakdatum:30-07-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/3425/GM

betreft: [klager] datum: 30 juli 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.A. Nandoe Tewarie, advocaat te Den Haag, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Haaglanden, locatie Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 16 november 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 april 2010, gehouden in de p.i. Amsterdam Overamstel is [...], inrichtingsarts bij de locatie Zoetermeer, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.H.J. van Gaal, advocaat te Wijchen, gehoord. Namens klager is toen,
zijn raadsvrouw, mr. G.A. Nandoe Tewarie, gehoord.
Klager is op 4 maart 2010, omdat geen transport kon worden geregeld, door een lid van de Raad gehoord. Klagers raadsvrouw, mr. G.A. Nandoe Tewarie, advocaat te Den Haag is toen niet verschenen. Van het horen van klager is verslag opgemaakt, welk
verslag
aan deze uitspraak is gehecht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 18 september 2009, betreft het niet goed diagnosticeren van een achillespeesruptuur door de inrichtingsarts.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager is het volgende aangevoerd.
Op zaterdag 12 september 2009 ging klager met medegedetineerden met het luchten naar de sportplaats. Tijdens het voetballen hoorde hij een harde tik in zijn voet, alsof er een dik elastiek knapte. Het voelde alsof hij een trap van achteren kreeg.
Meerdere gedetineerden en bewaarders hebben die tik gehoord. Klager kon direct niet meer lopen. Hij is aan de kant geholpen door bewaarders. De inrichtingsarts was op dat moment in de inrichting, omdat hij was opgeroepen voor een andere gedetineerde.
Toen de inrichtingsarts de spreekkamer binnenkwam, lag klager met zijn been omhoog. Klager heeft de inrichtingsarts, toen hij klager daarnaar vroeg, verteld wat er gebeurd is en hem gezegd dat hij een harde tik had gehoord. De inrichtingsarts zei tegen
klager dat hij moest proberen om zijn voet te bewegen, maar dat lukte niet goed. De inrichtingsarts heeft klager niet aangeraakt. De bewaarders en het afdelingshoofd waren in de spreekkamer aanwezig. De inrichtingsarts zei dat klager maar één of twee
Paracetamol moest nemen en het moest aankijken. Op zondag is een verpleegkundige op de afdeling gekomen en heeft klager krukken gegeven. Op woensdag is klager door een andere inrichtingsarts gezien en die zei hem dat zijn achillespees waarschijnlijk
was
afgescheurd. Hij is toen zo snel mogelijk naar het ziekenhuis doorverwezen en de volgende dag gezien door de chirurg. Er is een echo gemaakt en daaruit bleek dat de achillespees volledig was afgescheurd. Klager heeft inmiddels van zijn moeder, die het
van haar fysiotherapeut heeft gehoord, begrepen dat er twee scholen zijn. De een opereert en de ander zet de voet in een spitsstand om rustig te genezen. Na vijf maanden moet je dan hetzelfde resultaat hebben. De dienstdoende chirurg heeft gekozen voor
opereren. Klager heeft hem gevraagd of het kwaad kon dat hij zo lang heeft moeten wachten. De chirurg zei dat het niet ideaal was, maar dat het wel goed zal komen. Zelf denkt klager dat hij direct behandeld had moeten worden. Hij heeft die indruk
gekregen van de chirurg. De chirurg heeft hem uitgelegd dat de pees een soort elastiek is dat elastischer is als je het snel weer bij elkaar brengt. Als de inrichtingsarts hem onderzocht had en een fout had gemaakt, had klager dit minder erg gevonden,
maar hij heeft nu het gevoel gekregen dat hij niet serieus is genomen. Dat stoort hem het meest. Terug op de afdeling heeft de bewaarster voor een kompres gezorgd. Klager heeft de inrichtingsarts geen instructies horen geven aan de medische dienst of
ander personeel. Hij heeft hem alleen maar horen zeggen dat klager één à twee Paracetamol moest nemen en het even moest aankijken. Klager loopt nog steeds moeilijk. Hij kan niet op zijn tenen staan, is stroef en kan niet sporten.

Door en namens de inrichtingsarts is het volgende naar voren gebracht.
De arts heeft klager kort na het ontstaan van het trauma gezien. Klager is toen onderzocht en de arts constateerde dat er mogelijk sprake was van een gedeeltelijke achillespeesruptuur. Hij heeft de handgreep van Thompson, mede gelet op de pijn die
klager toen had, niet toegepast. Daar was, gelet op zijn bevindingen, geen aanleiding voor. De arts heeft de kuit van klager gepalpeerd en toen geen delle aangetroffen in het verloop van achillespees. Klager kon, toen hij door de arts werd onderzocht,
zijn voet gedeeltelijk bewegen. De medische dienst is toen geïnstrueerd om klagers been na het weekeinde opnieuw te beoordelen. Aan klager is tevens pijnstilling voorgeschreven. Klager is op 15 september 2009 gezien door een verpleegkundige en op 16
september 2009 door de inrichtingsarts. Hij is vervolgens doorverwezen naar het ziekenhuis voor nadere behandeling. Daar is toen de totaalruptuur vastgesteld. Er heeft toen geen operatie plaatsgevonden. Het gewricht is behandeld met een
gipsimmobilisatie. Niet kan worden uitgesloten dat de achillespees pas na het eerste onderzoek van de arts verder is afgescheurd zodat de diagnose van 12 september niet onjuist hoeft te zijn. Klager is naar de mening van de arts adequate en tijdige
medische zorg verleend.

3. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat klager voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij het verslag van bemiddeling van de medisch adviseur pas op 30 november 2009 heeft ontvangen. Gelet daarop is hij ontvankelijk in zijn beroep.

De beroepscommissie stelt vast dat bij klager, naar aanleiding van een ongeval tijdens het sporten op 12 september 2009, op 16 september 2009 door de behandelend specialist een totaalruptuur van de achillespees is geconstateerd. Die constatering
strookt
niet met de eerdere constatering van de inrichtingsarts, op 12 september 2009, dat er slechts sprake was van een partiële ruptuur van de achillespees. De vraag die daarom beantwoord dient te worden is of het onderzoek door de inrichtingsarts voldoende
zorgvuldig is geweest en dat hij in redelijkheid heeft kunnen komen tot de door hem gestelde diagnose. De beroepscommissie beantwoordt die vraag ontkennend. Weliswaar heeft de inrichtingsarts voldoende aannemelijk gemaakt dat hij klager heeft
onderzocht
en daarbij ook klagers linkerbeen gepalpeerd. Vervolgens heeft hij op grond van die palpering alsmede op grond van de omstandigheid dat er enige bewegingsmogelijkheid bij klagers voet te zien was, geconcludeerd tot een partiële achillespeesruptuur.
Naar
het onderzoek van de beroepscommissie is dat onderzoek onvolledig geweest. Juist met het oog op letsel aan de achillespees, hetgeen de arts vermoedde, had het voor de hand gelegen als hij ook de handgreep van Thompson – waardoor een volledige
achillespeesruptuur had kunnen worden uitgesloten – had uitgevoerd. Door dit na te laten, terwijl dat onderzoek ondanks de pijn bij klager wèl tot de mogelijkheden behoorde, heeft hij klagers letsel onvoldoende zorgvuldig onderzocht, waardoor klager
enkele dagen heeft moeten wachten alvorens hij de voor dat letsel geschikte behandeling kreeg. De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts moet worden aangemerkt als
in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard.
De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het vaststellen van een financiële tegemoetkoming en zal de hoogte daarvan vaststellen op € 75,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de locatie Zoetermeer toekomende tegemoetkoming op € 75,-.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, dr. J.G.J. de Boer en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 30 juli 2010

secretaris voorzitter

Naar boven